Een aparte begroting voor de eurozone lijkt van de baan. EU-commissaris Günther Oettinger (Begrotingen) zal dit eerder gelanceerde idee niet opnemen in zijn voorstellen over de volgende meerjarenbegroting van de EU. Die worden in mei gepresenteerd, voor de periode na 2020 voor vijf of zeven jaar.
Volgens de Duitser komt 85 procent van het Europese bbp uit de negentien huidige eurolanden. Door het vertrek van Groot-Brittannië, dat geen euroland is, uit de EU en de toekomstige toetreding van lidstaten die nu nog hun eigen munt hanteren, breidt de eurozone vanzelf uit.
Brussel wil dat de lidstaten het voor de Europese verkiezingen van 2019 eens worden over het volgende zogenoemde meerjarig financieel kader (MFK). Om nieuwe uitgaven te dekken, zoals maatregelen tegen klimaatverandering, wil Oettinger dat er na 2020 'nieuw geld’ uit de lidstaten naar Brussel stroomt, bijvoorbeeld door de invoering van belasting op plastic. Daarmee hoopt hij tegelijk de overproductie en het afvalprobleem met plastic aan te pakken.
De commissie wil na 2020 af van de jaarlijkse korting die sommige landen, waaronder Nederland sinds 2007, krijgen op hun afdracht aan de EU-huishoudpot. Nederland krijgt elk jaar bijna 1 miljard euro terug omdat het relatief veel bijdraagt en relatief weinig subsidies ontvangt. De Britten krijgen al sinds 1984 een 'rebate' maar als zij uit de EU zijn moet dat mechanisme verdwijnen.
Londen heeft beloofd tot 2021 aan het lopende MFK te blijven betalen. Maar daarna valt er door de brexit een gat van 12 tot 14 miljard euro per jaar.