Een callcentermedewerker die klaagde over de tien minuten die hij voor zijn werktijd aanwezig moet zijn, heeft ook in hoger beroep gelijk gekregen van de rechter. Zijn werkgever Teleperformance moet hem daarom honderden euro's aan achterstallig loon betalen, oordeelt het gerechtshof van Den Haag.
Eerder gaf een lagere rechter de werknemer al gelijk. Hij klaagde Teleperformance aan omdat interne regels van het callcenterbedrijf voorschreven dat medewerkers tien minuten voordat hun dienst begon al klaar moesten zitten bij hun computer. Zo kunnen ze op tijd ingelogd zijn om precies op tijd te beginnen met werken. Dit moest volgens de medewerker gezien worden als werktijd en dus ook betaald worden.
De kantonrechter ging daar in mee en oordeelde dat Teleperformance over de periode van september 2016 tot mei 2021 minstens 1587 euro aan achterstallig loon moest betalen voor al die minuten. Maar daar komt ook nog achterstallig vakantiegeld, rente en boetebedragen voor het te laat betalen van loon bovenop.
Teleperformance, dat erg duur uit is als voor al zijn duizenden medewerkers extra moet worden betaald, ging in beroep. Daarbij voerde het van oorsprong Franse bedrijf aan dat werknemers weliswaar tien minuten voor het begin van hun dienst klaar moeten zitten, maar dat hier niet strak op wordt gecontroleerd. Ook zouden alle inlogwerkzaamheden niet de volle tien minuten in beslag nemen. Maar dit doet volgens het hof niets af aan het feit dat de medewerkers diezelfde tien minuten dat ze klaarzitten niet vrij kunnen besteden op andere plekken. Daarom is en blijft het werktijd en moet Teleperformance alsnog betalen.