De economie is in het derde kwartaal met 1,9 procent gegroeid en daarmee is die voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis weer groter dan voor de pandemie, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De groei, die sterker was dan economen hadden voorzien, werd vooral veroorzaakt door meer uitgaven door huishoudens. Investeringen namen juist af.
Aan het einde van het tweede kwartaal was het bruto binnenlands product (bbp) al vrijwel gelijk aan eind 2019. Met de nieuwe stijging is de economie dus volledig hersteld van de krimp die vanwege
corona volgde in het eerste en tweede kwartaal van vorig jaar. Daarna was er al wat herstel, maar in het eerste kwartaal van dit jaar volgde een nieuwe dip als gevolg van de coronalockdown afgelopen winter. Vervolgens zette het herstel weer sterk door.
Behalve de toegenomen consumptie van huishoudens gaf ook de overheid meer uit, onder meer aan coronatesten en het vaccineren door de GGD. Huishoudens gaven juist meer geld uit aan zaken als horeca, recreatie en cultuur, sectoren waar ze eerder geen gebruik van konden maken. Ook werd weer meer aan kleding besteed, nu mensen elkaar weer meer opzochten.
In vergelijking met andere landen presteerde de Nederlandse economie sterk. De Amerikaanse economie kwam bijvoorbeeld wel eerder boven het niveau van voor de pandemie uit, maar daarna vertraagde de groei. De Nederlandse economie ligt daardoor inmiddels voor op die van de Verenigde Staten. Ook ten opzichte van andere Europese landen deed de Nederlandse economie het goed.
Of dat zo blijft nu Nederland weer meer coronamaatregelen neemt, moet nog blijken. Hoofdeconoom van het CBS Peter Hein van Mulligen vindt het nog te vroeg om daar iets over te zeggen. "Het is nog onduidelijk hoe sectoren geraakt worden en of er mogelijk nog steun komt voor bedrijven. Dat heeft allemaal invloed."
Het Europese statistiekbureau Eurostat meldde in een nieuwe raming dat de economie van de eurozone in het derde kwartaal met 2,2 procent is gegroeid in vergelijking met de voorgaande periode. Het cijfer komt overeen met een voorlopige schatting. Daarmee lag het groeitempo op een vergelijkbaar niveau als in het tweede kwartaal toen sprake was van een plus van 2,1 procent. Voor de gehele Europese Unie kwam de groei uit op 2,1 procent op kwartaalbasis.