CBS: huizenprijzen stegen sinds 2001 niet zo hard als in maart

22 apr 2021, 3:02 Zakelijk
cbs huizenprijzen stegen sinds 2001 niet zo hard als in maart
ANP
Koopwoningen zijn in maart ruim 11 procent duurder geworden dan in dezelfde maand vorig jaar. Daarmee stegen de huizenprijzen het hardst sinds de zomer van 2001, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van gegevens van het Kadaster.
Waar economen aan het begin van de coronacrisis voorspelden dat de huizenprijzen door de recessie omlaag zouden gaan, werd die klap op de woningmarkt nooit werkelijkheid. Een tekort aan nieuwe huizen in combinatie met lage rentes, waardoor huizenkopers hogere hypotheken kunnen krijgen, blijven de prijzen maar opdrijven.
Inmiddels volgen berichten over de sterkste prijsstijgingen in decennia elkaar snel op. Zo meldde het CBS eerder al dat de huizenprijzen in februari het hardst in bijna twintig jaar waren gestegen. Makelaarsvereniging NVM sloeg vorige week ook al alarm over de schaarste aan woningen die een koophuis voor grote delen van de bevolking onbetaalbaar dreigt te maken.
Huizenprijzen bereikten in juni 2013 een dieptepunt, maar sindsdien zijn woningen alleen maar in prijs gestegen. Vergeleken met het dal van destijds zijn bestaande huizen 62 procent duurder geworden. Het gaat bij de CBS-cijfers om al bestaande woningen, dus nieuwbouw is niet meegerekend.
Door de prijsstijgingen maken starters op de woningmarkt steeds minder kans om een huis te bemachtigen. Om jongere Nederlanders met een huizenwens een zetje te geven op de woningmarkt, schafte het kabinet de overdrachtsbelasting voor huizenkopers onder de 35 jaar af bij aankoopprijzen tot 400.000. Critici van die maatregel stellen dat die afschaffing alleen maar zal leiden tot hogere huizenprijzen, doordat starters meer te besteden hebben. Per saldo schieten ze er dus niet veel mee op.
Het aantal woningen dat van eigenaar wisselde, nam in maart sterk toe. In totaal wisselden 25.240 huizen van eigenaar. Dat is 35 procent meer dan een jaar eerder. Ook hier speelde de afschaffing van de overdrachtsbelasting voor jongere huizenkopers waarschijnlijk een rol. Tot eind maart gold die vrijstelling ook voor huizen duurder dan 400.000 euro, waardoor kopers en verkopers van een huis de overdracht vaak voor die deadline planden.