De prijzen die industriebedrijven voor hun producten vragen zijn in november met ruim een vijfde gestegen ten opzichte van dezelfde maand vorig jaar. Wereldwijd leidt het economisch herstel van de coronacrisis tot een grote vraag naar grondstoffen, die daardoor schaars en duur worden. Zo stegen onder andere de prijzen voor olie, wat volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) goed is terug te zien in de afzetprijzen van de industrie.
In alle takken van de industrie gingen de prijzen omhoog, maar het meest in de olie-industrie. Hier waren producten 92,7 procent duurder dan in november 2020. Ook in de chemische industrie, waar veel olie wordt gebruikt, stegen de prijzen hard. Op jaarbasis werden producten van deze bedrijfstak vorige maand 45,6 procent duurder.
De ontwikkeling van de afzetprijzen in de industrie hangt volgens het CBS sterk samen met de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. In november kostte een vat ruwe Brentolie gemiddeld bijna 71 euro. Dat was ruim 90 procent meer dan een jaar eerder. Destijds lagen de olieprijzen namelijk nog erg laag doordat lockdowns de vraag naar bijvoorbeeld benzine of kerosine drukten. In oktober 2021 was de prijs gemiddeld van een vat olie gemiddeld 72 euro, wat ruim het dubbele was van oktober 2020.
Op maandbasis namen de afzetprijzen van de industrie in november met 0,7 procent toe. De prijzen op de binnenlandse markt stegen met 1,2 procent. Op de buitenlandse markt ging het om een toename met 0,4 procent.