De inflatie in Nederland is vorige maand doorgestegen naar 6,4 procent ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de Europees geharmoniseerde methode. Volgens die methode was de geldontwaarding in november 5,9 procent. Het CBS komt met het cijfer vooruitlopend op de bekendmaking van de inflatie van de eurozone door het Europese statistiekbureau Eurostat.
De prijzen zijn al langere tijd aan het stijgen. Dat komt onder meer door de haperende herstart van de economie na de coronacrisis, die nog altijd voor tekorten zorgt van bepaalde materialen. Ook veranderend gedrag zorgt voor prijsstijgingen. Zo is door het fors toegenomen webwinkelen de prijs van karton gestegen. Tenslotte speelt ook de sterk gestegen prijs van energie een belangrijke rol in de inflatie.
Volgende week geeft het CBS de Nederlandse inflatie volgens de eigen rekenmethode vrij. Die komt doorgaans iets lager uit en stond in november op 5,2 procent.
De methodes van de verschillende Europese landen voor het berekenen van de inflatie verschilt licht. Zo kan de weging van verschillende zaken anders zijn. Om al die inflatiecijfers toch te kunnen vergelijken is de Europees geharmoniseerde methode (HICP) bedacht.