De inflatie in Nederland is in mei gedaald in vergelijking met een maand eerder. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De inflatie bedroeg op jaarbasis 10,2 procent, tegen 11,2 procent in april. Daarmee blijft de inflatie wel op een hoog niveau, aangejaagd door de gestegen energieprijzen en de hogere prijzen voor levensmiddelen.
Het CBS meldt de cijfers via de Europees geharmoniseerde methode, die in het leven is geroepen om de inflatiegegevens van verschillende Europese landen goed met elkaar te kunnen vergelijken.
In een toelichting zegt CBS-econoom Peter Hein van Mulligen dat de afgezwakte inflatie samenhangt met de minder sterke stijging van de energieprijzen in mei vergeleken met april. Daar staat tegenover dat de prijzen van levensmiddelen wel harder opliepen. Volgens Van Mulligen is het moeilijk te zeggen of de piek van de inflatie nu is bereikt.
Het Europese statistiekbureau Eurostat maakte bekend dat de consumentenprijzen in de eurozone in mei volgens een voorlopige schatting met gemiddeld 8,1 procent zijn gestegen in vergelijking met een jaar eerder. In april was dat nog 7,4 procent. Op maandbasis stegen de prijzen in doorsnee met 0,8 procent, aldus Eurostat.
Het CBS publiceert later het maandcijfer over de inflatie volgens zijn eigen rekenmethode. Daarin worden onder andere de kosten voor wonen bijgehouden, zoals de huurprijzen. De Europese methode laat die buiten beschouwing. In april bedroeg deze inflatie 9,6 procent in vergelijking met een jaar eerder, aldus het CBS.