Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maakt vrijdagochtend bekend of de inflatie in Nederland deze maand weer verder is opgelopen. Bij de vorige meting in maart waren de prijzen extreem hard gestegen door de oorlog in Oekraïne.
Volgens het statistiekbureau was het leven toen over de gehele linie bijna 12 procent duurder dan een jaar eerder. Vooral de prijzen voor elektriciteit en gas waren hard opgelopen, maar ook voedsel werd duurder. Daarbij moest er in maart flink meer neergeteld worden voor benzine en diesel aan de pomp. Op dit laatste punt is het beeld inmiddels wel wat veranderd. Mede door de accijnsverlaging van de overheid worden automobilisten nu iets minder hard geraakt in de portemonnee.
Het CBS brengt het cijfer naar buiten vanwege de bekendmaking van de inflatie van de eurozone door het Europese statistiekbureau Eurostat later op de dag. Er wordt gebruikgemaakt van de Europees geharmoniseerde methode, die in het leven is geroepen om de inflatiegegevens van verschillende Europese landen goed met elkaar te kunnen vergelijken. De berekening verschilt iets van de normale manier waarop het CBS de inflatie becijfert.
Het is wat betreft statistische gegevens een drukke dag. Bij het CBS staat er bijvoorbeeld ook een update over de omzet van winkeliers op de agenda. Eurostat komt daarnaast met een eerste raming van de economische groei in de eurozone in het eerste kwartaal. Onder druk van de oorlog in Oekraïne, de laatste coronalockdowns en de vele verstoringen van leveringsketens van bedrijven is de omvang van het bruto binnenlands product (bbp) van alle eurolanden tezamen waarschijnlijk maar beperkt toegenomen. Economen geraadpleegd door persbureau Bloomberg rekenen in doorsnee op een vooruitgang van 0,3 procent ten opzichte van een kwartaal eerder. Daarmee zou de economie in hetzelfde langzame tempo zijn gegroeid als in de laatste periode van vorig jaar.