In november stegen de kosten voor het dagelijks leven harder dan in de afgelopen 39 jaar. Als het Centraal Bureau voor de Statistiek dinsdag de inflatiecijfers over december bekendmaakt, wordt duidelijk of de geldontwaarding ook in de laatste maand van 2021 verder is gestegen. De afgelopen maanden steeg vooral de prijs van gas en elektriciteit, maar ook andere zaken werden duurder als gevolg van leveringsproblemen.
De inflatie was in oktober nog 3,4 procent op jaarbasis en in november 5,2 procent. De verwachting is dat dit cijfer nog verder is opgelopen. Afgelopen week gaf het CBS al het inflatiecijfer voor december volgens de Europees geharmoniseerde methode vrij, wat met 6,4 procent op jaarbasis iets hoger was dan de 5,9 procent die deze rekenmethode in november opleverde.
In november steeg ook de prijs van kleding aanzienlijk, met 5 procent, terwijl eten en drinken 1,1 procent duurder werden. Elektriciteit was driekwart duurder, gas steeg ruim de helft in prijs en benzine kostte ongeveer een derde meer dan een jaar eerder.
De beleidsbepalers van de Europese Centrale Bank (ECB) zien de oorzaken van de hoge inflatie nog als tijdelijk. Zo kunnen de energieprijzen komend jaar weer dalen als er meer voorraden van gas worden aangelegd. Ook zijn er verstoringen met de levering van goederen en grondstoffen, wat tot hogere prijzen leidt. Die verstoringen zullen nog wel enige tijd aanhouden, maar in de loop van 2022 afnemen, aldus de ECB.
De inflatie in de eurozone steeg afgelopen maand nog wel, tegen de verwachtingen van economen in. De stijging bedroeg maar 0,1 procentpunt ten opzichte van november en lijkt de verwachtingen van de ECB te bevestigen.