In de eerste zes maanden van dit jaar zijn meer bedrijven opgeheven dan het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) sinds het begin van de metingen in 2007 heeft gemeten. In totaal stopten 76.000 bedrijven ermee, waarbij het hoge aantal webwinkels en financiële holdings opviel.
Het aantal webwinkels, dat in coronatijd nog sterk toenam, daalde in het eerste halfjaar met 6785 stuks. Dat is ruim 50 procent meer dan een jaar eerder. Vooral kledingwinkels en winkels die huis- en tuinartikelen verkopen stopten ermee.
Ook het aantal gestopte financiële holdings was aanzienlijk hoger dan een jaar eerder. 3000 daarvan werden opgeheven, een verdubbeling ten opzichte van begin 2021.
De meeste bedrijven die werden opgeheven hadden slechts één werkzame persoon. Dat was in 84 procent van de gevallen zo. Ruim een derde van alle opgeheven bedrijven bestond drie jaar of korter. Driekwart haalde de tien jaar niet.
In de eerste zes maanden werden 961 bedrijven, instellingen en eenmanszaken failliet verklaard. Dat zijn er iets meer dan een jaar eerder, maar nog altijd laag in verhouding tot de periode voor corona. Er gingen verhoudingsgewijs ook minder eenmanszaken failliet. Gemiddeld waren bij een bankroet vijf werknemers betrokken.