China merkt daling van de grondstofprijzen

10 jun 2022, 6:47 Zakelijk
china merkt daling van de grondstofprijzen
ANP
De Chinese producentenprijzen zijn in mei wat minder hard opgelopen. Dat kwam vooral door een daling van de grondstofprijzen. Verder zorgde de strenge coronabeperkingen in het Aziatische land ervoor dat de inflatie voor huishoudens wat in toom werd gehouden.
Volgens het Chinese statistiekbureau stegen de producentenprijzen vorige maand met 6,4 procent. In april lagen die prijzen op jaarbasis nog zo'n 8 procent hoger. De consumentenprijzen stegen op jaarbasis met 2,1 procent. Dat percentage werd een maand eerder ook gemeten. De Chinese coronabeperkingen zorgden ook afgelopen maand voor een mindere vraag, omdat veel mensen aan huis gekluisterd waren. Dat werkte negatief door op de consumenteninflatie.
De afkoelende inflatie neemt waarschijnlijk iets van de bezorgdheid onder beleidsmakers weg over hoe en wanneer ze dit jaar meer stimuleringsmaatregelen moeten nemen. Zeker omdat het land de economische groei probeert te ondersteunen. Volgens kenners is China geen economie waar beleidsmakers van de centrale bank zich zorgen hoeven te maken over de inflatie. Ook als de beperkingen worden opgeheven, zal de Chinese economie naar verwachting harder groeien dan de inflatie, zo klinkt het.
De wereldwijde grondstoffenprijzen zijn niet meer zo hoog als eerder dit jaar, toen de oorlog in Oekraïne uitbrak. Dit heeft bijgedragen aan de matiging van de fabrieksinflatie. De prijzen van varkensvlees, een belangrijke component bij de berekening van de consumentenprijzenindex daalden met ruim een vijfde. Dat komt doordat China de eigen varkensstapel weer aan het opbouwen is nadat de sector eerder te kampen had met de varkenspest.
De prijzen van verse groenten stegen in mei met bijna 12 procent op jaarbasis, terwijl de prijzen van vers fruit in die periode met 19 procent stegen. Brandstofprijzen voor voertuigen stegen met ruim 27 procent ten opzichte van een jaar eerder. De kerninflatie, waarbij de meer volatiele voedsel- en energieprijzen buiten beschouwing worden gelaten, bedroeg 0,9 procent.