Het aan de Amsterdamse beurs genoteerde investeringsfonds Prosus is dinsdag bijna 7 procent van zijn beurswaarde verloren. Aanleiding is de oproep van een Chinese staatskrant om de game-industrie in het Aziatische land strenger te reguleren, wat een voorbode is van sterkere overheidsbemoeienis met de sector.
Een van de mikpunten van de regering van president Xi Jinping is het gigantische techbedrijf Tencent, waarin Prosus een belang heeft van zo'n 29 procent. Nadat Tencent dik 6 procent zakte op de beurs in Hongkong, zetten geschrokken beleggers Prosus 6,9 procent lager. Daarmee was de voormalige investeringsdivisie van het Zuid-Afrikaanse mediaconcern Naspers de grootste verliezer van de AEX.
Volgens de staatskrant Economic Information Daily zijn veel tieners in China verslaafd aan games en staan mobiele spelletjes gelijk aan "spiritueel opium". Daarbij werd onder andere verwezen naar het spel Honor of Kings van Tencent, dat vervolgens strengere tijdslimieten invoerde voor jonge spelers.
Ook gamebedrijven in Europa kregen tikken op de beurs. Ubisoft verloor in Parijs 5 procent. Branchegenoten Embracer Group en Frontier Developments verloren respectievelijk 3,7 tot 5 procent in Stockholm en Londen.
De Amsterdamse AEX eindigde de handelssessie 0,3 procent hoger op 760,08 punten. De sterkste stijger was olie- en gasconcern Shell met een plus van ruim 2 procent. Speciaalchemieconcern DSM verhoogde bij zijn kwartaalcijfers de verwachtingen voor heel het boekjaar, mede geholpen door bedrijven die hun voorraden weer aanvullen nu het economisch herstel is ingezet. Het aandeel won 0,9 procent.
De MidKap won een fractie tot 1058,37 punten. De beurzen in Londen en Parijs wonnen tot 0,8 procent. Frankfurt ging licht omlaag.
BP klom bijna 6 procent Londen. De Britse olieproducent boekte meer winst dankzij de hogere olieprijzen en verhoogde het dividend. Ook gaat BP eigen aandelen inkopen. In Parijs dikte Société Générale 5,7 procent aan na het verhogen van de winstverwachtingen voor dit jaar.
In Frankfurt zakte BMW zo'n 5 procent. De Duitse automaker zag de verkopen in de eerste jaarhelft flink stijgen, maar waarschuwde wel voor leveringsproblemen van chips en hogere materiaalprijzen. Concurrent Stellantis steeg juist 4 procent in Parijs. De Frans-Italiaanse eigenaar van automerken als Fiat, Chrysler, Peugeot en Citroën toonde een stevig herstel van de coronacrisis en verhoogde de winstverwachting.
De euro was 1,1881 dollar waard, tegen 1,1875 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 0,9 procent goedkoper op 71,87 dollar. Brentolie kostte 0,8 procent minder op 73,47 dollar per vat.