Grote protesten in China tegen westerse kledingmerken lijken Adidas amper pijn te doen. Het Duitse sportmerk was het doelwit van boycotacties door Chinezen, omdat het bedrijf een statement over mensenrechtenschendingen in de regio Xinjiang gaf. Ondanks die acties zijn de verkopen van Adidas in China meer dan verdubbeld, meldt het bedrijf bij zijn kwartaalcijfers.
Adidas benadrukte geen katoen te gebruiken uit Xinjiang, waar volgens mensenrechtenorganisaties veel Oeigoeren worden vervolgd en dwangarbeid moeten verrichten in de textielsector. Onlangs laaide de woede onder nationalistische Chinezen over dit soort verklaringen weer op en werd opgeroepen geen Adidas-kleding meer te kopen.
De omzet in China en omliggende landen steeg ondanks die acties in het eerste kwartaal met 156 procent ten opzichte van een jaar eerder. Daarbij moet worden aangetekend dat Adidas in de eerste maanden van 2020 veel last had van de corona-uitbraak in China, waardoor de omzet toen met bijna 60 procent daalde.
Ook in andere delen van de wereld herstelt Adidas sterk van de coronacrisis. De totale omzet steeg met meer dan een vijfde tot 5,3 miljard euro en Adidas is positiever geworden over de omzetgroei in heel 2021. Het merk boekte een nettowinst, gecorrigeerd voor de onlangs aangekondigde verkoop van het merk Reebok, van 502 miljoen euro. Dat is negentien keer zoveel als een jaar eerder.
Adidas wil bij de verkoop van zijn sportschoenen en -kleding minder afhankelijk zijn van externe winkeliers. Dat lukte in de eerste maanden van dit jaar. De directe verkoop aan consumenten via eigen webshops en filialen steeg met 30 procent, waarbij onlineverkopen met 43 procent stegen. Adidas is nu ook positiever over de omzetgroei voor het hele boekjaar