De Nederlandse chipbedrijven ASMI, Besi en ASML stonden dinsdag flink onder druk op de Amsterdamse beurs. Beleggers verwerkten de late forse verkoopgolf in de Amerikaanse techsector, die volgde op het besluit van president Joe Biden om Federal Reserve-voorzitter Jerome Powell een tweede termijn te geven.
Het aanblijven van Powell als hoofd van de Amerikaanse centrale bank leidde tot speculatie dat de steunmaatregelen van de Fed mogelijk sneller afgebouwd zouden kunnen worden dan anders het geval zou zijn geweest. Vooral voor techaandelen, die erg gevoelig zijn voor hogere rentetarieven, wordt dat laatste als negatief beschouwd.
Chiptoeleverancier ASMI was de grootste daler in de AEX met een verlies van 6,5 procent. Bij de opening liet het aandeel een uitzonderlijke koersval zien van dik 10 procent. Branchegenoot Besi en chipmachinemaker ASML volgden met minnen van 4,6 en 4,2 procent.
De hoofdindex op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 1,5 procent in het rood op 803,46 punten. De MidKap daalde 0,9 procent tot 1063,14 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs zakten tot 1,4 procent.
Andere sterke dalers in de AEX waren uitzender Randstad en zorgtechnologiebedrijf Philips met verliezen van 3,5 en 2,4 procent. Winkelvastgoedfonds Unibail-Rodamco-Westfield en levensmiddelenconcern Unilever voerden de schaarse stijgers aan, met plussen tot 0,9 procent.
In de MidKap maakte Intertrust een koerssprong van ruim 15 procent. Beleggers reageerden verheugd op het nieuws dat de financieel dienstverlener na het overnamebod van investeerder CVC Capital Partners meer biedingen heeft gekregen. Die liggen hoger dan het bod van CVC van 18 euro per aandeel. Het hoogste bod kwam neer op 22 euro per aandeel.
Accsys steeg bijna 4 procent bij de kleinere bedrijven. De houtveredelaar zag de omzet in de afgelopen zes maanden flink aantrekken. Het bedrijf wist de prijzen voor Accoya-hout te verhogen dankzij de sterke vraag, waarmee de hogere grondstofprijzen en de verstoringen in de leveringsketen konden worden doorberekend.
Een vat Amerikaanse olie werd 1,1 procent goedkoper op 75,89 dollar. Brentolie kostte 0,7 procent minder op 79,13 dollar per vat. De VS zullen naar verwachting dinsdag strategische oliereserves vrijgeven in een poging de sterk gestegen energieprijzen weer wat omlaag te krijgen. Ook gaat er een gerucht dat Washington overweegt om de export van Amerikaanse ruwe olie te beperken. De euro was 1,1259 dollar waard, tegen 1,1262 dollar op maandag.