Besi, ASML en ASMI stonden maandag in de kopgroep van de AEX-index met winsten tot dik 3 procent. De chipbedrijven profiteerden van positieve handelscijfers uit China, waar de export ondanks de eerdere verstoringen door de lockdowns in het land een sterke inhaalslag liet zien. Ook de Europese beurzen veerden op na de verliezen van afgelopen vrijdag die volgden op het beter dan verwachte Amerikaanse banenrapport.
Beleggers hielden daarnaast de ontwikkelingen rond Taiwan in de gaten. Ondanks dat China de militaire oefeningen rond het eiland voortzette kwam het lucht- en scheepvaartverkeer rond Taiwan wel weer op gang. Beijing begon vorige week met het militaire machtsvertoon nadat de Amerikaanse toppolitica Nancy Pelosi de eilandstaat had bezocht en haar steun had betuigd voor een onafhankelijk Taiwan. China ziet Taiwan als een afvallige provincie.
De hoofdindex op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,8 procent in de plus op 728,69 punten. De MidKap won 0,3 procent tot 965,19 punten. De beurzen in Frankfurt, Londen en Parijs klommen tot 0,7 procent.
Naast de chipbedrijven deden speciaalchemieconcern DSM en fintechbedrijf Adyen goede zaken met koerswinsten van ruim 2 procent. Chemicaliëndistributeur IMCD klom 1,9 procent dankzij een flinke verhoging van het koersdoel door ING. Maaltijdbezorger Just Eat Takeaway daalde 0,6 procent na een adviesverlaging door analisten van de Amerikaanse bank Morgan Stanley. ING (min 0,9 procent) noteerde ex dividend. Dat betekent dat een aandeel geen recht meer geeft op het dividend over de voorafgaande periode.
In de MidKap werd PostNL 0,9 procent hoger gezet na een fors openingsverlies. De post- en pakketbezorger zag de omzet en het resultaat afgelopen kwartaal dalen doordat er minder pakketten werden verzonden. Ook kampt het bedrijf met hogere brandstofkosten waardoor het de tarieven voor zijn diensten op het gebied van pakketbezorging moet verhogen. PostNL verlaagde daarbij de verwachting voor dit jaar.
Siemens Energy won 0,3 procent in Frankfurt. Het Duitse energiebedrijf leed afgelopen kwartaal meer verlies dan verwacht door de problemen bij de Spaanse producent van windturbines Siemens Gamesa en het staken van de activiteiten in Rusland. Wel haalde het bedrijf meer orders binnen dan voorzien.
De euro was 1,0181 dollar waard, tegen 1,0164 dollar op vrijdag. Een vat Amerikaanse olie daalde 0,7 procent in prijs tot 88,41 dollar. Brentolie kostte 0,6 procent minder op 94,34 dollar per vat.