Chipbedrijven Besi, ASML en ASMI stonden dinsdag onderaan in de AEX. De ondernemingen verloren flink, net als andere techbedrijven. Dergelijke aandelen stonden onder druk na de opening van Wall Street waar ook flinke verliezen werden geleden. De meeste Europese beurzen, waaronder de Amsterdamse, speelden daarna hun koerswinsten kwijt en eindigden in de min.
ASMI was uiteindelijk de hekkensluiter bij de hoofdfondsen op het Damrak met een verlies van 3,6 procent. Besi leverde 3,5 procent in en ASML ging 3,3 procent omlaag. Ook Philips verloor opnieuw. Het medisch technologiebedrijf daalde 1,2 procent na een dag eerder al ruim 11 procent te hebben verloren. Toen maakte de onderneming bij zijn kwartaalupdate bekend opnieuw miljoenen opzij te zetten vanwege problemen met beademingsapparaten. De Amerikaanse justitie heeft inmiddels ook informatie opgevraagd over de terugroepactie van die apparaten.
Randstad daalde 2,1 procent, na een eerdere koerswinst van ruim 3 procent. Het uitzendconcern profiteerde in het eerste kwartaal volop van de grote vraag naar personeel vanwege het sterke economische herstel na de coronacrisis en zag de omzet en winst stijgen. Shell eindigde bovenaan met een plus van 2,1 procent. Het olie- en gasconcern was in trek door de stijgende olieprijzen.
De AEX-index op Beursplein 5 sloot 0,5 procent in de min op 695,57 punten. De MidKap daalde ook 0,5 procent tot 1032,59 punten. De beurzen in Frankfurt en Parijs verloren tot 1,2 procent. Die in Londen steeg 0,1 procent.
In Zürich steeg UBS 0,3 procent. De Zwitserse bank, die wordt geleid door voormalig ING-topman Ralph Hamers, boekte in het eerste kwartaal meer winst. AB Foods zakte 5 procent in Londen na een handelsupdate. Het Britse moederbedrijf van kledingketen Primark ontkomt er naar eigen zeggen niet aan om de prijzen voor sommige artikelen te verhogen vanwege de hoge inflatie.
De olieprijzen stegen stevig na de recente flinke prijsdalingen. Een vat Amerikaanse olie kostte 2,8 procent meer op 101,28 dollar. Brentolie werd 2,5 procent goedkoper op 104,87 dollar per vat. De euro was 1,0661 dollar waard, tegen 1,0708 dollar een dag eerder.