Chipbedrijven in trek op hogere beurs Amsterdam

De chipbedrijven ASMI, Besi en ASML waren maandag op de laatste handelsdag van januari in trek op de aandelenbeurs in Amsterdam. De AEX-index heeft wel een tegenvallende maand achter de rug door zorgen bij beleggers over snellere renteverhogingen door de Amerikaanse Federal Reserve tegen de hoge inflatie. Telecomconcern KPN kwam met resultaten en werd ook hoger gezet.

De hoofdindex op Beursplein 5 eindigde 1,5 procent in de plus op 755,20 punten. De graadmeter leed daarmee een maandverlies van ongeveer 5,5 procent. De MidKap won 0,7 procent tot 1059,29 punten. De beurzen in Parijs en Frankfurt stegen tot 0,6 procent. Londen ging licht omlaag.

ASMI, Besi en ASML stonden bij de sterkste stijgers in de AEX met koerswinsten tot 5,3 procent. De chipfondsen zagen hun beurswaarde de afgelopen maand flink dalen door vrees voor hogere rentetarieven in de Verenigde Staten, die de waarderingen van techbedrijven minder aantrekkelijk maken. Maaltijdbezorger Just Eat Takeaway klom 5,4 procent en betalingsdienstverlener Adyen ging 3,6 procent vooruit. Olie- en gasconcern Shell was de grootste daler met een min van 1 procent.

KPN werd 1 procent hoger gezet. Het telecombedrijf slaagde er afgelopen periode opnieuw in om meer klanten binnen te halen voor zijn mobiele diensten. Ook gaat de onderneming voor 300 miljoen euro aan eigen aandelen inkopen.

In Parijs kelderde Groupe Casino 14,5 procent na een winstalarm van de op een na grootste Franse supermarktketen. De grotere concurrent Carrefour raakte ruim 5 procent kwijt.

In Dublin verloor Ryanair 1,9 procent. De prijsvechter denkt dat de opleving van het reisverkeer wat langer op zich laat wachten ondanks dat steeds meer landen nadenken over het opheffen van reisbeperkingen. De Ierse maatschappij wil de vraag naar vliegtickets aanjagen en heeft daarvoor de prijzen verlaagd. Ryanair waarschuwt wel voor nieuwe verstoringen als gevolg van het coronavirus die de timing van het herstel onvoorspelbaar maken.

De olieprijzen liepen op tot het hoogste niveau sinds 2014. Dat komt door de spanningen tussen Rusland en Oekraïne en de grote olievraag die wordt veroorzaakt door het herstel van de coronacrisis. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent meer op 87,30 dollar. Brentolie werd 1,3 procent duurder op 91,18 dollar per vat. De euro was 1,1198 dollar waard, tegen 1,1163 dollar bij het slot van de handel op vrijdag.