Chipbedrijven koplopers in lagere AEX, Just Eat hekkensluiter

13 jul 2022, 12:26 Zakelijk
chipbedrijven koplopers in lagere aex just eat hekkensluiter
ANP

De chipfondsen ASML, ASMI en Besi waren woensdag de koplopers in een lagere AEX-index op de aandelenbeurs in Amsterdam. Maaltijdbezorger Just Eat Takeaway was de grootste daler bij de hoofdfondsen. Beleggers deden het verder voorzichtig aan in afwachting van een belangrijk cijfer over de Amerikaanse inflatie, dat later op de dag naar buiten komt. De inflatie heeft grote invloed op het rentebeleid van de Amerikaanse centrale bank. Bij een hardnekkig hoge inflatie kan de Federal Reserve doorgaan met het agressief verhogen van de rente.

De AEX stond rond het middaguur 0,5 procent in het rood op 667,53 punten. De MidKap daalde 0,6 procent tot 896,55 punten. De hoofdgraadmeters in Londen, Frankfurt en Parijs gingen tot 0,7 procent omlaag.

ASML, ASMI en Besi stonden bovenaan de AEX met plussen tot 2,9 procent. Just Eat Takeaway was onderin te vinden met een koersdaling van 4,7 procent. Ook verzekeraar Aegon en techinvesteerder Prosus hadden het lastig met een verlies van 2,6 procent.

In de MidKap was logistiek vastgoedbedrijf CTP de grootste stijger met een plus van 2,2 procent. Luchtvaartconcern Air France-KLM kreeg een koopadvies van beleggingsadviseur Goodbody, maar verloor 0,1 procent. Verzekeraar ASR en kunstmestproducent OCI bungelden onderaan bij de middelgrote fondsen op Beursplein 5 met een min van 2,2 procent.

In Parijs ging de aandacht uit naar elektriciteitsbedrijf EDF. De handel in het aandeel is stilgelegd. De Franse overheid wil EDF volledig nationaliseren. De Franse staat bezit al 84 procent van EDF en zou de rest van de aandelen voor meer dan 8 miljard euro willen kopen. In Londen kelderde pubketen JD Wetherspoon ruim 8 procent na een waarschuwing dat dit jaar verlies zal worden geleden vanwege hogere kosten voor onder meer arbeid.

De euro was 1,0038 dollar waard. De eenheidsmunt bereikte dinsdag kortstondig voor het eerst in twintig jaar pariteit met de dollar, wat betekent dat de twee munten exact evenveel waard waren.

De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 0,7 procent tot 96,50 dollar en Brentolie won 0,6 procent tot 100,09 dollar per vat waard. Een dag eerder gingen olieprijzen nog hard onderuit door zorgen over een economische recessie en een zwakkere vraag naar olie.