De AEX-index van de aandelenbeurs in Amsterdam is dinsdag opnieuw met winst gesloten, na de plus een dag eerder. Beleggers schoven de zorgen over een economische recessie en de stijgende rente weer even aan de kant. De chipfondsen ASMI en ASML waren koplopers in de hoofdindex op Beursplein 5, terwijl maaltijdbezorger Just Eat Takeaway de hekkensluiter was.
De AEX eindigde 1 procent hoger op 648,03 punten. De MidKap won 0,7 procent tot 933,27 punten. De hoofdgraadmeters in Frankfurt, Londen en Parijs dikten tot 0,8 procent aan.
ASMI en ASML tekenden plussen tot 3,4 procent op. Ook betalingsverwerker Adyen deed het goed met een winst van 2,2 procent. Just Eat Takeaway daalde 3,2 procent. Ook Heineken had het lastig met een min van 1,9 procent. De brouwer gaat de bierprijzen voor cafés en restaurants met gemiddeld 5,8 procent verhogen. Ook in de supermarkt wordt bier duurder.
In de MidKap was luchtvaartcombinatie Air France-KLM de sterkste daler met een min van 4,5 procent. Om de drukte op Schiphol komende zomer het hoofd te kunnen bieden, vraagt de luchthaven van maatschappijen om het aantal passagiers terug te brengen. Het leeuwendeel van die beperking komt voor rekening van KLM, de grootste gebruiker van Schiphol. Air France-KLM won een dag eerder nog ruim 8 procent nadat branchevereniging IATA liet weten dat de luchtvaartsector naar verwachting volgend jaar weer winstgevend zal zijn.
BAM steeg 3,7 procent op het Damrak. Het bouwbedrijf verkoopt zijn Duitse werkmaatschappij Wayss & Freytag Ingenieurbau aan ZECH Building. De transactie levert BAM een boekwinst op van 50 miljoen euro. Avantium won ruim 5 procent. Het speciaalchemiebedrijf heeft een samenwerkingsverband gesloten met een aantal belangrijke bedrijven in de textielindustrie.
In Helsinki steeg Wärtsilä meer dan 7 procent. De Finse fabrikant van motoren en scheepsschroeven bouwt samen met de Zweedse rederij en exploitant van veerdiensten Stena Line het grootste hybride schip ter wereld.
De euro was 1,0549 dollar waard, tegen 1,0537 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie werd 1,1 procent duurder op 110,77 dollar. Brentolie kostte 0,4 procent meer op 114,58 dollar per vat.