De Amerikaanse chipfabrikanten Nvidia en AMD behoorden donderdag tot de grootste dalers op de aandelenbeurzen in New York. Beleggers reageerden op het nieuws dat de twee bedrijven van de Amerikaanse overheid geen geavanceerde chips, bijvoorbeeld op het gebied van kunstmatige intelligentie, meer mogen verkopen aan China.
Nvidia verloor ruim 6 procent en AMD daalde bijna 4 procent. Andere chipbedrijven als Micron Technology en Qualcomm leverden tot ruim 3 procent in.
De graadmeters op Wall Street zakten ook op de eerste dag van september verder weg. De vrees dat de Federal Reserve de rente met stevige stappen blijft verhogen om de inflatie in te dammen hield de markten in de greep. Beleggers vrezen dat de hogere rentetarieven een recessie zullen veroorzaken. Ook een lockdown in de Chinese miljoenenstad Chengdu vanwege een uitbraak van het coronavirus drukt de stemming op de aandelenmarkten. De stad met zo'n 16 miljoen inwoners ligt in het midden van het land en is een belangrijk economisch centrum.
De Dow-Jonesindex noteerde kort na opening 0,6 procent lager op 31.317 punten. De brede S&P 500 daalde 0,8 procent tot 3925 punten en techbeurs Nasdaq verloor 1 procent tot 11.691 punten. De hoofdindices koersen daarmee af op de vijfde verliesdag op rij. In augustus raakten de Amerikaanse beurzen al meer dan 4 procent kwijt.
Beleggers verwerkten daarnaast nog nieuwe gegevens over de Amerikaanse arbeidsmarkt. Het aantal wekelijkse aanvragen van werkloosheidsuitkeringen was vorige week lager dan economen in doorsnee hadden verwacht. Vrijdag brengt de Amerikaanse overheid het belangrijke banenrapport naar buiten. Dat rapport is van belang omdat de werkgelegenheid een belangrijke rol speelt in het rentebeleid van de centrale bank. Een sterke arbeidsmarkt geeft de Fed meer ruimte om de rente flink te verhogen.
Ford verloor 2,5 procent. De autofabrikant roept bijna 200.000 SUV's terug in de VS vanwege brandgevaar. Campbell Soup verloor 4,6 procent. De kwartaalresultaten van de soepproducent lagen in lijn met de marktverwachtingen. De maker van netwerkapparatuur Ciena ging ruim 6 procent onderuit na tegenvallende resultaten. Het bedrijf spreekt van een sterke vraag naar zijn producten, maar de omzet staat onder druk door een tekort aan onderdelen.
De euro was opnieuw minder waard dan de dollar en noteerde op 0,9982 dollar. Een vat Amerikaanse olie werd 2,5 procent goedkoper op 87,29 dollar per vat. Brentolie kostte 2,3 procent minder op 93,45 dollar.