Vakbond CNV zet bij aanstaande cao-onderhandelingen in op een loonsverhoging tussen de 4 en 10 procent, maar wil ook dat werknemers aandeelhouder kunnen worden van het bedrijf waar ze in dienst zijn. Dat laatste moet ervoor zorgen dat werknemers meeprofiteren als bedrijven hun winsten flink opvoeren.
"Bedrijfswinsten gingen het afgelopen jaar door het dak. Tegelijkertijd kunnen veel werknemers hun boodschappen niet betalen. De buit moet daarom beter worden verdeeld", stelt voorzitter Piet Fortuin bij de aankondiging van de inzet van CNV voor het nieuwe cao-seizoen. Hij voorziet dat deze "werknemersaandelen" een bonus van zo'n duizend euro per jaar kunnen opleveren.
Sinds 2022 is het dagelijks leven in hoog tempo duurder geworden en hebben vakbonden soms zeer stevige loonsverhogingen bedongen bij cao-onderhandelingen. Daar gingen geregeld stakingen aan vooraf, zoals bij gemeenteambtenaren, in het streekvervoer of distributiemedewerkers van Albert Heijn.
Het CNV zal bij bedrijven die het afgelopen jaar al fors de lonen hebben verhoogd andere eisen stellen dan bij bedrijven die de inflatie nog moeten inhalen, meldt de vakbond. Vorig cao-seizoen had de vakbond als inzet een loonsverhoging tussen de 5 en 10 procent, maar in bepaalde gevallen gingen de lonen met wel 14 procent omhoog.
In aanstaande cao-gesprekken wil CNV ook werk maken van kortere werkweken, wat voor een betere balans tussen werk en privé moet zorgen. Wat de bond betreft zouden werknemers standaard 30 uur per week moeten werken. Volgens CNV is het voor het eerst dat de vakbond deze eisen ook tijdens cao-overleggen stelt. "Een uur minder werken is feitelijk 2,5 procent loonruimte." Ook zou ouderschapsverlof en rouwverlof volledig moeten worden doorbetaald.