De Japanse consumentenprijzen zijn in augustus voor het eerst in dertien maanden gestegen. Daarmee is een einde gekomen aan de langste periode van prijsdalingen in het land sinds 2011. De prijsstijging kwam vooral door de oplopende prijzen voor hotels, bepaalde voedingsmiddelen en energie.
De prijzen, exclusief die voor vers voedsel, bleven ongewijzigd ten opzichte van een jaar eerder, meldde het ministerie van Binnenlandse Zaken. Dat kwam overeen met de gemiddelde raming van analisten.
De zwakke inflatie in Japan houdt de centrale bank van het land al tijden in een houdgreep. Waar andere centrale banken als de Amerikaanse Federal Reserve en de Europese Centrale Bank nadenken over het afbouwen van de steun, houdt de Bank of Japan vast aan zijn belangrijkste stimuleringsmaatregelen. Daarbij wordt met name gewezen op de druk die de lage inflatie zet op de economie.
Als prijzen niet stijgen worden consumenten ook niet aangemoedigd om grotere uitgaven te doe. Daarmee kan de economische groei stilvallen. Als de vaccinatiegraad in Japan voldoende stijgt om coronabeperkingen op te heffen zou een prijsstijging weer voor de hand liggen omdat er weer meer winkelend publiek zou zijn.
De producentenprijzen in Japan zijn de laatste tijd weliswaar gestegen maar de meeste Japanse bedrijven rekenen die kosten niet door aan hun klanten. Opmerkelijke uitzonderingen zijn Yamazaki Baking en zuivelbedrijf Megmilk Snow Brand, die onlangs de prijzen verhoogden als gevolg van de hogere kosten van grondstoffen zoals olie en suiker.