'Coronacrisis kost pomphouders tot 50 procent van hun omzet'

Pomphouders zijn ten opzichte van vorige week tot de helft van hun omzet kwijtgeraakt, zegt de Belangenvereniging Tankstations (BETA) weten. De sector kampt met een terugvallende vraag naar benzine en diesel door de uitbraak van het coronavirus in Nederland. Ook staan de pompprijzen onder druk door olieprijzenoorlog tussen Saudi-Arabië en Rusland.

"Het hakt er behoorlijk in", zegt een woordvoerder, nu veel mensen thuisblijven vanwege de coronapandemie. "De adviesprijs voor benzine en diesel daalt door een lagere vraag. Daardoor daalt ook de waarde van de voorraden." Een verdere prijsdaling voorziet de BETA niet, aldus de woordvoerder. "Een groot deel van de adviesprijzen is een vaste component die bestaat uit accijnzen en kostprijzen. Verdere dalingen van de prijzen van ruwe olie zullen niet veel invloed meer hebben op de benzineprijs."

De omzet in de winkels van tankstations loopt volgens de BETA-woordvoerder minder hard terug dan de brandstofomzet. Pomphouders proberen met allerlei maatregelen ervoor te zorgen dat klanten en personeel zo weinig mogelijk risico op besmetting lopen, bijvoorbeeld door klanten buiten te laten wachten en zaken als belegde broodjes vooraf op afstand te laten bestellen.

De klap komt volgens BETA het hardst aan bij pomphouders langs de snelwegen. "Mensen gaan niet meer op vakantie en leggen geen lange afstanden meer af. Het verkeer is meer lokaal." Maar ook de andere pomphouders maken zich zorgen om de verspreiding van het coronavirus. "We krijgen duizend en een verschillende, vaak praktische vragen. Pomphouders zitten met doorlopende personeelskosten en met dure voorraden die minder waard worden. Ook zijn zij geïnteresseerd in de noodmaatregelen van de overheid en regels omtrent ziekmelding."