Het herstel van Schiphol na de coronacrisis blijft nog altijd achter bij dat van zijn concurrenten. Waar andere luchthavens uit de Europese top 5 al dicht op het niveau van 2019 zitten of dat al zijn ontstegen, bleef Schiphol afgelopen jaar op een krimp van een kleine 14 procent van het aantal passagiers zitten. Brancheorganisatie ACI Europe wijt het moeizamere herstel aan capaciteitsbeperkingen, het trage herstel in Azië en de langzamere terugkeer van zakenreizen.
Op Schiphol golden begin vorig jaar nog kleine capaciteitsbeperkingen door personeelstekorten. Vergeleken met het moeilijke 2022 had de luchthaven zijn medewerkersbestand echter weer een stuk beter op orde. Schiphol is nog altijd het vierde vliegveld van Europa, maar zag koploper London-Heathrow sneller groeien en uitkomen op 98 procent van 2019. Nummer 2 Istanbul had al 11 procent meer reizigers dan voor de coronacrisis.
Schiphol verwelkomde afgelopen jaar 62 miljoen reizigers, een groei van 18 procent reizigers vergeleken met het moeizame 2022. Die groei is in lijn met het algehele Europese groeicijfer van bijna een vijfde op jaarbasis. Op het hele continent kwam de vraag naar vliegreizen daarmee uit op ruim 95 procent van het niveau van 2019, wat overeenkomt met het wereldwijde cijfer dat de internationale organisatie IATA eerder deze week bekendmaakte.