De Nederlandse economie kan dit jaar zomaar in een kortdurende recessie belanden. Dat zou gebeuren als de oorlog in Oekraïne niet alleen leidt tot langdurig hoge energie- en grondstoffenprijzen maar ook bijvoorbeeld de wereldhandel duidelijk raakt, heeft het Centraal Planbureau (CPB) becijferd. Volgens de belangrijke adviseur van het kabinet zou de koopkracht van Nederlanders dan veel harder achteruitgaan dan onlangs in economische ramingen werd geschetst.
In een somber scenario zou de Nederlandse economie dit jaar een aantal kwartalen van krimp laten zien, schrijven de onderzoekers van het CPB. Dan zou er in heel 2022 nog wel sprake zijn van 1,9 procent groei, maar dat is veel minder dan de plus die de rekenmeesters vorige week nog voorspelden. In 2023 zou de economische groei dan zelfs nihil zijn. En de inflatie zou dit jaar kunnen toenemen tot bijna 8 procent, waardoor de koopkracht met 5,1 procent zou terugvallen.
Het gaat niet om een nieuwe voorspelling, maar meer om een aanvullend scenario. Daarmee wil het planbureau illustreren wat de mogelijke gevolgen van de oorlog voor de economie kunnen zijn. Nederland is er als handelsland erg gevoelig voor als de wereldhandel averij oploopt. In de uitwerking van de cijfers is alleen nog geen rekening gehouden met de accijnsverlaging en hogere compensatie voor lagere inkomens die het kabinet onlangs aankondigde.
Het CPB waarschuwde vorige week al dat de koopkracht van Nederlanders mede door de oorlog in Oekraïne rond de 3 procent kan terugvallen. Dat zou al de sterkste koopkrachtdaling in decennia zijn. Maar hoe sterk je de hoge inflatie precies voelt in je portemonnee kan sterk van persoon tot persoon verschillen, erkende CPB-directeur Pieter Hasekamp toen ook. Inmiddels heeft het kabinet maatregelen aangekondigd om de financiële klap voor huishoudens iets te verlichten. Maar volgens premier Mark Rutte zal het toch onvermijdelijk zijn dat de koopkracht dit jaar in de min uitkomt.