De coronasteun voor het bedrijfsleven heeft vorig jaar tussen de 65.000 en 180.000 banen gered. Die grove schatting doet het Centraal Planbureau (CPB), dat concludeert dat de steunpakketten daarmee "effectief" zijn geweest. Maar het planbureau herhaalt ook dat maatregelen als de loonkostensubsidie een gezonde "bedrijvendynamiek" in de weg heeft gestaan.
Als gevolg van alle beperkingen om het coronavirus eronder te krijgen, maakte de Nederlandse economie vorig jaar een ongekende krimp van 3,8 procent door. Zonder steunmaatregelen voor het bedrijfsleven zou de daling van het bruto binnenlands product (bbp) volgens het CPB 0,6 procentpunt groter zijn geweest.
Het CPB stelt evenwel vast dat een groot deel van de ruim 30 miljard euro die de steunpakketten de schatkist vorig jaar kostten, naar bedrijven is gegaan die er al zwak voor stonden. Het gaat dan om ondernemingen met een relatief lage productiviteit en weinig eigen vermogen.
Daarmee heeft de coronasteun waarschijnlijk ook bedrijven overeind gehouden die eigenlijk niet levensvatbaar waren. "Dit houdt werknemers langer in minder productieve banen en kan toekomstige productiviteitsgroei en werkgelegenheidsgroei verhinderen", waarschuwt het planbureau.
De steunpakketten hebben ook niet kunnen verhinderen dat de tegenstellingen op de arbeidsmarkt verder zijn vergroot. Vooral jongeren en flexwerkers zijn door de coronacrisis alsnog zonder werk komen te zitten. De loonkostenregeling bijvoorbeeld was sterk gericht op het behoud van vaste banen.