De economie blijft op volle toeren draaien en de werkloosheid neemt snel af. Dat leidt tot meer vaste banen en hogere lonen. Gemiddeld krijgen Nederlanders daardoor de komende twee jaar meer te besteden, al staat daar tegenover dat het leven ook in sneller tempo duurder wordt dan de afgelopen tijd het geval was.
Dat staat in de jongste ramingen van het Centraal Planbureau (CPB). Die belangrijke economische raadgever van het kabinet waarschuwt wel dat koopkrachtplaatjes onzeker en ook bedrieglijk kunnen zijn. Wat iemand daadwerkelijk in zijn portemonnee merkt, is namelijk ook sterk afhankelijk van de persoonlijke situatie.
De werkloosheid daalt volgens het CPB van 4,9 procent in 2017 naar 3,9 procent dit jaar. Voor 2019 wordt een verdere afname voorzien naar een uiterst lage 3,5 procent. Gezien de toenemende schaarste aan arbeidskrachten bieden bedrijven vaker een vast contract en meer loon om mensen te kunnen aantrekken of behouden. Maar ook het aantal flexbanen blijft sterk toenemen.
Door stijgende arbeidskosten en de verhoging van het lage btw-tarief stijgt de inflatie in 2019 naar 2,3 procent. Maar doordat daar hogere lonen en lagere belastingen tegenover staan, neemt de gemiddelde koopkracht volgend jaar toch met 1,6 procent toe. Dit jaar is dat nog 0,6 procent bij een stijging van de consumentenprijzen met 1,6 procent.
Vorig jaar nam het bruto binnenlands product (bbp) met 3,1 procent toe, dat was de sterkste groei in tien jaar. Tot dusver ging het CPB ook voor dit jaar uit van een groei van 3,1 procent, dat is nu bijgesteld naar 3,2 procent. Voor 2019 voorziet het planbureau een groei van 2,7 procent.
De Nederlandse economie presteert aanmerkelijk beter dan die in andere eurolanden. Dat is onder meer te danken aan de florerende woningmarkt, die nog altijd profiteert van de extreem lage rente. Ook speelt mee dat de overheidsuitgaven omhoog gaan, onder meer bij onderwijs, defensie en zorg. Dat zorgt er wel voor dat het overschot op de begroting niet verder verbetert ten opzichte van 2017.