Het Nederlandse investeringsfonds dat start-ups voorziet van durfkapitaal om te groeien, steekt te weinig geld in start-ups met vrouwelijke ondernemers. Daarom moet het fonds expliciet een diversiteitsdoel krijgen, vindt D66. Tweede Kamerlid Steven van Weyenberg zei tijdens een verkiezingsdebat op RTL Z dat nu slechts 1 op de 100 euro van de investeringsfondsen voor start-ups gaat naar ondernemingen met een vrouw als oprichter.
"Van de investeringen in start-ups gaat 95 procent naar ondernemingen met alleen maar mannen, 4 procent is gemengd en 1 procent heeft alleen vrouwelijke ondernemers", zegt Van Weyenberg. Hij vindt dat de overheid fondsen zo moet inzetten dat dit "falen van de markt" wordt gecorrigeerd. "Nu worden te veel vrouwelijke investeerders die aankloppen en juist in vrouwelijke ondernemers willen investeren, te vaak afgewezen." Het zogenoemde Dutch Future Fund investeert in andere risicokapitaalfondsen zodat via die investeringsfondsen de beschikbare hoeveelheid kapitaal voor Nederlandse innovatieve groeibedrijven wordt vergroot.
Techleap.nl en Dutch Startup Association (DSA) organiseerden dinsdag een debat over 'de slimme economie'. Daarin gingen zes grote politieke partijen met elkaar in discussie over het belang van een sterk start-upklimaat voor de Nederlandse economie. Er werd naast diversiteit onder meer gesproken over het stimuleren van durfkapitaal en het aantrekken van talent uit het buitenland.
Prins Constantijn van Oranje was aanwezig als ambassadeur van de Nederlandse start-ups. Volgens hem zit de grote uitdaging voor Nederland erin om start-ups te helpen op te schalen. "Daar hebben ze geld, talent en ondernemersambitie voor nodig", aldus de prins.