De Japanse automaker Daihatsu levert tot en met januari geen auto's en onderdelen meer. In de tussentijd probeert het dochterbedrijf van Toyota de gevolgen te beperken van een vorige week naar buiten gekomen onderzoek waaruit bleek dat vrijwel alle Daihatsu's niet goed waren getest op botsveiligheid.
In april werd al bekend dat veiligheidstesten van auto's van Daihatsu waren gemanipuleerd. Toen leek het nog te gaan om een beperkt aantal modellen. Maar vorige week werd duidelijk dat Daihatsu al sjoemelt met testen sinds 1989.
Moederbedrijf Toyota meldde daarop meteen dat er voorlopig geen auto's van Daihatsu meer worden verkocht. Daihatsu zelf bood "diepe verontschuldigingen" aan voor het "beschamen van het vertrouwen van onze klanten en aandeelhouders". Japanse autoriteiten hebben vorige week ook een inval gedaan in het hoofdkantoor van Daihatsu in Osaka.
Hoe het nu verder moet met Daihatsu is nog erg onduidelijk. Toyota zei dat het niet op de hoogte is van ongevallen of incidenten die verband houden met het probleem. Maar alle 423 bedrijven waaraan Daihatsu direct levert zullen wel worden gecompenseerd, vertelde een woordvoerder van Daihatsu maandag aan verslaggevers.
Het onderzoek concentreerde zich op de airbags. Zo kwam aan het licht dat de airbags die tijdens crashtests werden gebruikt, anders waren dan de airbags die werden geplaatst in aan consumenten verkochte auto's. De testresultaten van de Daihatsu Cast- en Toyota Pixis-modellen voldoen daarom mogelijk niet aan de wettelijke vereisten.
De stap om de leveringen van Daihatsu op te schorten zal niet alleen in fabrieken binnen het Toyota-concern te merken zijn, maar mogelijk ook bij branchegenoten als Mazda en Subaru. Daihatsu levert normaal namelijk onderdelen en productiediensten aan een reeks andere autofabrikanten. Volgens de zegsman zal Daihatsu met de autoriteiten samenwerken en betrokken partijen proberen te ondersteunen.
Nederland telt 47 dealers van het Japanse merk.