De Amsterdamse aandelenbeurs ging woensdag verder omhoog na de winstbeurt een dag eerder. Ook de andere Europese beurzen wonnen terrein. Beleggers trokken zich op aan de aanhoudende opmars op Wall Street, waar onder aanvoering van de Amerikaanse technologiebedrijven recordstanden werden bereikt. Verder werd onder meer uitgekeken naar het banencijfer van de Amerikaanse loonstrookverwerker ADP en het zogenoemde Beige Book van de Federal Reserve, die later op de dag verschijnen.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde in de ochtendhandel 1,4 procent hoger op 559,70 punten. De MidKap klom 0,3 procent tot 808,70 punten. De beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs stegen tot 1,6 procent.
Koploper in de AEX was zorgtechnologiebedrijf Philips met een winst van 2,6 procent. Verzekeraar Aegon voerde de schaarse dalers aan met een verlies van 1 procent. Betalingsdienstverlener Adyen en techinvesteerder Prosus wonnen 1,9 procent en 1,4 procent. Beide bedrijven krijgen een plek in de Euro Stoxx 50, een graadmeter van de meest toonaangevende Europese beursfondsen.
Unilever won 1,4 procent. De producent van levensmiddelen en schoonmaakproducten investeert 1 miljard euro om de uitstoot van broeikasgassen in het productieproces te verminderen. Het concern neemt daarnaast het Amerikaanse bedrijf Liquid I.V. over, dat zich bezighoudt met mixen voor energie- en vitaminedrankjes.
In de MidKap klom Boskalis 0,5 procent. De baggeraar heeft twee nieuwe projecten aangenomen in Schotland en Turkije. Bij de kleinere bedrijven kondigde Vastned (min 0,2 procent) aan dat topman Taco de Groot begin december vertrekt bij het winkelvastgoedfonds. De Groots taken worden voorlopig waargenomen door financieel directeur Reinier Walta. Aedifica won 3 procent. Het Belgische zorgvastgoedbedrijf, dat ook een notering heeft in Amsterdam, wist de winst in de twaalf maanden tot en met juni stevig op te voeren.
In Parijs steeg Pernod Ricard 1,8 procent. De Franse drankenproducent zag de omzet in zijn gebroken boekjaar sterk dalen als gevolg van de coronacrisis. Er werd wereldwijd minder verkocht aan bars en restaurants. De verkopen aan mensen thuis zaten daarentegen in de lift en wisten de prestaties enigszins te stutten.
De euro was 1,1871 dollar waard tegen 1,1951 dollar een dag eerder. De prijs van een vat Amerikaanse olie klom 0,8 procent tot 43,11 dollar. Brentolie kostte ook 0,8 procent meer, op 45,95 dollar per vat.