De lobby van bedrijven rond de opslag van CO2-uitstoot sluit vaak niet aan bij de wetenschappelijke richtlijnen van het IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. Dat meldt InfluenceMap, een onafhankelijke denktank die het lobbywerk van bedrijven voor klimaatbeleid onderzoekt. Meer dan 80 procent van de lobbypogingen druist in tegen de wetenschap.
Er zijn drie grote, terugkerende claims die bedrijven gebruiken in hun lobby voor CO2-opslag, die volgens InfluenceMap in strijd zijn met de wetenschap. Door tegelijkertijd aan te dringen op CO2-opslag blijven bedrijven veelal het gebruik van fossiele brandstoffen promoten. Ook claimen bedrijven dat CO2-opslag de belangrijkste manier is om klimaatdoelen te halen en stellen ze dat het afvangen van CO2 bijdraagt aan het creëren van werkgelegenheid. De organisatie onderzocht 750 lobbypogingen voor het afvangen en opslaan van CO2, ook wel CCS genoemd.
Eerder probeerde de fossiele sector het vertrouwen van mensen in de wetenschap rond de oorzaken voor klimaatverandering te ondermijnen, zegt een van de onderzoekers. "Maar nu is de aandacht verschoven naar het verspreiden van verwarring over de wetenschap rond de oplossingen voor klimaatverandering."
Het zijn vooral olie- en gasbedrijven die lobbyen voor het afvangen van CO2. Onder andere Shell, ExxonMobil, BP en Occidental Petroleum promoten de technologie door middel van reclamecampagnes, pr of de lobby bij beleidsmakers, stelt InfluenceMap.
Het IPCC heeft vastgesteld dat het opslaan van CO2-uitstoot slechts een beperkte rol zal spelen in de transitie naar duurzame energie en dat het gebruik van fossiele brandstoffen flink moet worden teruggeschroefd om de internationale klimaatdoelen voor 2030 te halen.
Klimaatorganisaties zijn al langer kritisch over het opslaan van CO2, zoals bij het project Portos. Onder andere Shell en ExxonMobil willen Porthos gebruiken. Het opslagproject noemt CO2-opslag een tussenoplossing, maar wel noodzakelijk, omdat de maatschappij voorlopig nog erg afhankelijk is van fossiele brandstoffen.
Kunstmestfabrikant Yara kondigde deze maand aan een deel van de eigen CO2-uitstoot in het Zeeuwse Sluiskil onder de zee in Noorwegen te gaan opslaan. De investering kost 194 miljoen euro en de Nederlandse overheid draagt eenmalig 30 miljoen euro bij aan het CCS-project.