De rekening voor de Europese energiecrisis nadert de 500 miljard euro doordat regeringen zich haasten om de klap van de stijgende energieprijzen voor huishoudens en bedrijven te verzachten. Dat meldt de in Brussel gevestigde denktank Bruegel.
De 27 lidstaten van de Europese Unie hebben tot nu toe 314 miljard euro uitgetrokken om de gevolgen van de energiecrisis voor consumenten en bedrijven op te vangen. Het Verenigd Koninkrijk heeft daarnaast 178 miljard euro toegewezen, blijkt uit de ramingen van Bruegel.
"Aanvankelijk bedoeld als een tijdelijke reactie op wat een tijdelijk probleem had moeten zijn, zijn deze maatregelen explosief gegroeid en zijn ze structureel geworden", zegt Simone Tagliapietra, onderzoeker bij Bruegel. Volgens hem zullen er nog meer maatregelen volgen aangezien de energieprijzen hoog blijven. "Dit is duidelijk niet houdbaar vanuit het oogpunt van de overheidsfinanciën."
De extra uitgaven, die goed zijn voor 1,7 procent van het bruto binnenlands product van de EU, komen op een moment dat de Europese landen al worstelen met een oplopende inflatie en sombere economische vooruitzichten. De stijgende kosten van de energiecrisis dreigen volgens Tagliapietra ook de economische verschillen tussen de EU-lidstaten te verdiepen.
"Dit niveau van interventies in de energiemarkt brengt ook een risico met zich mee van fragmentatie in Europa. Landen met meer fiscale ruimte zullen de energiecrisis beter weten te doorstaan doordat ze hun buurlanden kunnen verslaan in de strijd om de beperkte energiemiddelen tijdens de wintermaanden", aldus Tagliapietra. Het is volgens de onderzoeker dan ook belangrijk om een beleid te ontwikkelen waarmee de houdbaarheid van de EU-begroting wordt verzekerd en waarin alle landen samenwerken.
Hoewel de gegevens van Bruegel overheidsmaatregelen omvatten zoals lagere btw-tarieven op elektriciteit, subsidies voor verwarming en maatregelen om sommige energiebedrijven overeind te houden, weerspiegelen ze niet volledig de omvang van de energiesteun in Europa. Zo kondigde Duitsland woensdag aan het noodlijdende energiebedrijf Uniper te nationaliseren, waarbij 8 miljard euro in het bedrijf wordt gestopt en het meerderheidsbelang van het Finse nutsbedrijf Fortum in Uniper wordt overgenomen.