Ondanks de recente onrust in de bankenwereld met het omvallen van Silicon Valley Bank in de Verenigde Staten en Credit Suisse in Zwitserland, is het vertrouwen van Nederlanders in financiële instellingen stabiel gebleken. Iets meer dan de helft zegt in een onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) tamelijk veel of heel veel vertrouwen in die instellingen te hebben. De rest heeft minder of helemaal geen vertrouwen.
Het jaarlijkse onderzoek van DNB viel deze keer samen met de onrust in de bankensector in maart. Er werden ruim 2200 huishoudens ondervraagd. Van hen had driekwart er vertrouwen in dat de eigen bank in staat is om het aan hen toevertrouwde geld te allen tijde terug te betalen. Voor alle Nederlandse banken ligt dat percentage op 68 procent, net als bij verzekeraars. In pensioenfondsen heeft 62 procent vertrouwen.
De problemen in de bankensector hadden wel invloed op de resultaten. De respondenten die de enquête invulden voordat bekend werd dat Credit Suisse overgenomen zou worden door UBS, waren positiever dan mensen die pas daarna reageerden.
Het vertrouwen in de centrale bank zelf ligt op hetzelfde niveau als vorig jaar. Daarmee is een dip in het najaar weer goedgemaakt. DNB geeft aan dat die dip samenviel met de piek van de inflatie. Het vertrouwen in de nationale politiek daalde wel sinds vorig jaar. 22 procent had vertrouwen in de politiek tegen 29 procent begin vorig jaar.