Het groeitempo van de Nederlandse economie neemt door de voortdurende handelsoorlog sneller af dan eerder voorzien. Dat zegt De Nederlandsche Bank (DNB). De internationale spanningen zijn slecht voor de wereldhandel, en daardoor neemt ook de Nederlandse uitvoer minder sterk toe.
De centrale bank voorziet voor dit jaar een economische groei van 1,6 procent. In 2020 en 2021 zakt de groei waarschijnlijk verder weg naar 1,5 en 1,4 procent. Eerder voorspelde DNB voor dit jaar en volgend jaar nog plussen van elk 1,7 procent.
In de nieuwe raming zijn de ontwikkelingen op het internationale strijdtoneel meegenomen tot ongeveer half mei. Als de handelsconflicten tussen de Verenigde Staten en China en tussen de VS en de Europese Unie verder escaleren dan zouden de vooruitzichten minder rooskleurig kunnen worden.
Nederland heeft van oudsher een open economie waarvoor handel erg belangrijk is. Vandaar dat de verslechterde internationale situatie zijn uitwerking heeft in de cijfers. Ook een terugval in het consumentenvertrouwen speelt een rol. Waarom dat sterk is gedaald is volgens DNB niet helemaal duidelijk, maar waarschijnlijk hangt dit eveneens samen met de handelsoorlog, plus natuurlijk de brexit en de verhoging van het lage btw-tarief begin dit jaar.
DNB spreekt van een "vertraging" van de groei. Maar het beeld is volgens de centrale bank ook niet helemaal onbevredigend. In de ogen van DNB is in Nederland tevens sprake van een natuurlijke teruggang naar een groeipercentage dat langer is vol te houden.
Intussen lijken de lonen eindelijk weer sneller toe te nemen, door de grote krapte op de arbeidsmarkt. Afgelopen jaren kwam dit minder van de grond door de vele flexibele banen. Maar inmiddels wint de vaste baan weer terrein.
De woningmarkt blijft een belangrijke onzekere factor. DNB heeft uitgerekend dat als die sneller afkoelt dan voorzien, dit een beperkte hap zou kunnen nemen uit de verwachte groei. Verder merkt de centrale bank op dat de overheidsfinanciën er momenteel nog goed uitzien, maar dat Nederland wat betreft het structurele saldo afstevent op een tekort in 2021. Vandaar dat de overheid op de middellange termijn nog meer op de kosten zou moeten letten.