Nederlanders zijn niet van plan het geld dat ze tijdens de coronacrisis extra hebben gespaard ook weer volledig uit te geven. Volgens onderzoek van De Nederlandsche Bank (DNB) zal slechts een klein deel van dit bedrag worden gebruikt voor consumptie. De helft van het opgepotte geld blijft naar verwachting op de bankrekening staan.
Tijdens de coronapandemie hebben huishoudens voor een recordbedrag 'bespaard'. Volgens DNB stond de teller in het eerste kwartaal op 46 miljard euro. Daarbij gaat het om extra besparingen ten opzichte van voor de coronacrisis.
Vaak konden de euro's niet worden uitgegeven door de beperkende maatregelen om verspreiding van het virus in te dammen zoals de opgelegde reisbeperkingen, de sluiting van de horeca en dagjes uit die vanwege corona niet konden doorgaan. DNB wijst erop dat de meeste inkomens op peil bleven, ook door de steunmaatregelen vanuit de overheid. Verder was er bezorgdheid over de economische situatie, bijvoorbeeld door dreigend baanverlies, waardoor huishoudens wel twee keer nadachten alvorens geld uit te geven.
De verwachting is dat 14 procent van het extra opgepotte geld binnen een jaar wordt uitgegeven. Daarbij zullen de euro's vooral worden gebruikt voor de aankoop van consumptiegoederen als kleding, elektronische apparaten en auto's. Daarnaast gaat het onder andere om vakanties, horeca en cultuur en recreatie. DNB legt uit dat het lastiger is om een etentje of een vakantie in te halen.
Volgens DNB wordt krap een vijfde van het gespaarde geld gebruikt voor de aankoop van een huis of de verbouwing van de eigen woning. Daarnaast wordt het geld gebruikt voor het aflossen van schulden. Verder belegt een klein deel van de huishoudens het extra geld. Ook schenkingen staan nog op de lijst.
De resultaten van het onderzoek zijn volgens DNB in lijn met de laatste raming voor de Nederlandse economie. Ondanks de beperkte mate van "inhaalconsumptie" voorziet de toezichthouder een sterk herstel van het bestedingspatroon door huishoudens dit jaar, als er geen nieuwe beperkingen gaan gelden.