De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag met winsten aan de nieuwe sessie begonnen. De leidende Dow-Jonesindex ging daarbij voor het eerst in zijn bestaan door de grens van 25.000 punten. Beleggers reageerden onder meer op een sterk banencijfers van loonstrookverwerker ADP. Dat rapport is doorgaans een voorbode van het banenrapport van de Amerikaanse overheid dat vrijdag volgt.
De leidende Dow-Jonesindex opende met een winst van 0,4 procent tot 25.015 punten. De brede S&P 500 won 0,3 procent tot 2722 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq dikte 0,4 procent aan tot 7095 punten.
Intel verloor bij opening 4 procent, nadat een dag eerder ook al een stevige min werd genoteerd. Processoren van de chipreus blijken een groot gat in de beveiliging te hebben. Daardoor kunnen kwaadwillenden toegang krijgen tot gevoelige informatie over de gebruikers. De chips zitten in vele miljarden computers en mobiele telefoons wereldwijd.
Vertraging bij de productie van de Tesla Model 3, die vorig jaar geïntroduceerd werd als de elektrische auto voor de massa, zorgde voor onrust bij beleggers. Tesla denkt nu niet eerder dan halverwege dit jaar 5000 wagens per week te kunnen afleveren van het type. Het aandeel werd daarop 2 procent lager gezet.