De nieuwe regering van Duitsland heeft een aanvullende begroting goedgekeurd om zijn klimaat- en transformatiefonds te versterken met 60 miljard euro. Het Duitse kabinet wil daarmee meer investeringen in de verschuiving naar een groene economie mogelijk maken.
De aanvullende begroting werd unaniem goedgekeurd door het kabinet van de nieuwe bondskanselier Olaf Scholz. De begrotingsmanoeuvre, die vorige maand werd overeengekomen door de Sociaal-Democraten (SPD), de Groenen en de Vrije Democraten (FDP) in hun coalitiedeal, stelt de partijen in staat om 60 miljard euro aan ongebruikte schuld in de federale begroting van dit jaar naar het klimaat- en transformatiefonds van de regering te sluizen voor toekomstige uitgaven.
De coalitiepartijen maken daarbij gebruik van de tijdelijke opschorting van de leenlimieten in de Duitse grondwet, die vanwege de coronapandemie werd ingevoerd. Dankzij het begrotingscompromis kan de nieuwe minister van Financiën en FDP-leider Christian Lindner vanaf 2023 werken aan een terugkeer naar de schuldremregel en toch meer investeringen toestaan die nodig zijn om de CO2-uitstoot in de grootste economie van Europa te verminderen.
De coalitie wil het geld inzetten om investeringen te doen in klimaatbeschermingsmaatregelen, van oplaadpunten voor elektrische voertuigen tot betere isolatie van woningen, en de digitalisering van de economie. Naast de extra 60 miljard euro zal de regering volgend jaar zo'n 18 miljard euro aan belastinginkomsten, voornamelijk afkomstig uit ecotaksen en de CO2-emissiehandel, naar het klimaat- en transformatiefonds sluizen.
Het kabinet van Scholz stemde ermee in om in 2022 voor het derde jaar op rij een noodclausule in de grondwet te gebruiken om de schuldlimieten op te schorten en nieuwe leningen van 100 miljard euro mogelijk te maken. Dit komt bovenop een netto nieuwe schuld van 130 miljard euro in 2020 en 240 miljard euro in 2021. Vanaf 2023 wil de nieuwe regering terugkeren naar de schuldremregel van de grondwet die nieuwe leningen beperkt tot een klein deel van de economische productie.