Duitse cao-partijen bereiken akkoord voor 2,5 miljoen werknemers

Duitse vakbonden en werkgevers hebben na maanden van stakingen en verschillende onderhandelingsrondes een cao-akkoord bereikt. De cao krijgt een looptijd van twee jaar en geldt voor 2,5 miljoen mensen die werken in de publieke sector, zoals buschauffeurs, brandweerlieden en artsen. In Duitsland werd de afgelopen maanden meermaals gestaakt door het uitblijven van een akkoord.

Om de gestegen inflatie van de afgelopen maanden op te vangen, ontvangen werknemers eerst een belastingvrij bedrag van 3000 euro. Dat wordt in termijnen uitbetaald vanaf juni. Vanaf maart 2024 gaat het loon met nog eens 200 euro bruto per maand omhoog, gevolgd door een salarisverhoging van 5,5 procent. Leden van de werkgeversverenigingen en vakbonden moeten nog wel instemmen met de nieuwe cao.

Door het akkoord verdient bijvoorbeeld een schoonmaker die werkt in de publieke sector in de toekomst ruim 13 procent meer, benadrukt de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser. De leider van vakbond Verdi Frank Werneke spreekt van "de grootste loonsverhoging in de naoorlogse geschiedenis van de publieke sector".

Maar aan een dergelijk akkoord hangt wel een prijskaartje. De totale kosten voor de federale overheid komen neer op bijna 5 miljard euro. "We zijn de vakbonden tegemoetgekomen voor zover we dat in een moeilijke begrotingssituatie nog konden verantwoorden," zei Faeser daarover.

Maar ook lokale overheden moeten diep in de buidel tasten, zij verwachten een veelvoud van deze kosten. De voorzitter van de federatie van gemeentelijke werkgeversorganisaties Karin Welge spreekt van "de duurste cao ooit". De steden en gemeenten in Duitsland zitten krap bij kas en Welge zegt dat werkgevers met het compromis "tot het financiële breekpunt" zijn gegaan. Maar het pakket als geheel is volgens haar "iets om trots op te zijn".