De bestellingen bij Duitse fabrieken zijn in maart sterker dan verwacht afgenomen. De daling volgt op de Russische invasie van Oekraïne eind februari. Door de oorlog in Oekraïne zijn de vooruitzichten voor de grootste economie van Europa verder verslechterd. Het conflict drijft de inflatie verder op en zorgt voor verstoringen in de wereldwijde toeleveringsketens.
De fabrieksorders daalden in maart met 4,7 procent ten opzichte van de voorgaande maand, meldde het Duitse statistiekbureau Destatis. Dit kwam vooral door een terugval in de buitenlandse bestellingen, die met 6,7 procent daalden. De afname viel groter uit dan de daling van 1,1 procent die economen vooraf hadden voorspeld.
Duitsland is een belangrijke handelspartner van Nederland. Als Duitse bedrijven minder bestellingen krijgen, hebben Nederlandse toeleveranciers daar bijvoorbeeld ook last van.
De toegenomen onzekerheid met betrekking tot de oorlog in Oekraïne "wordt weerspiegeld in een aanzienlijk meer terughoudende vraag, vooral uit landen buiten het eurogebied", zei het Duitse ministerie van Economische Zaken in een afzonderlijke verklaring. De Duitse economie leek eerder dit jaar juist te herstellen van de laatste golf van de coronapandemie.
De Duitse orderboeken waren rond de jaarwisseling goed gevuld, maar beginnen sindsdien te verzwakken, zei hoofdeconoom Carsten Brzeski van ING. De oorlog in Oekraïne en de nieuwe fricties in de toeleveringsketen in China zullen volgens Brzeski de komende maanden meer druk uitoefenen op de bestellingen en op de hele economie.
De ING-econoom wijst er wel op dat de huidige daling van de fabrieksorders nog ver verwijderd is van de ineenstorting van de bestellingen die werd veroorzaakt door de eerste coronalockdowns in het voorjaar van 2020. Destijds daalden de bestellingen namelijk met 40 procent binnen twee maanden.