De Duitse economie zal dit jaar fors minder hard groeien dan waar eerder op werd gerekend. De grootste economie van Europa stelde vanwege de impact van de oorlog in Oekraïne de prognoses voor dit jaar naar beneden bij. De toch al hoge inflatie wordt door de Russische invasie in buurland Oekraïne verder aangewakkerd, wat de groei zal remmen.
Het Duitse bruto binnenlands product zal dit jaar uitkomen op 2,2 procent. Bij een raming begin dit jaar, voor de invasie, was dit nog 3,6 procent, aldus het ministerie van Economische Zaken. De verwachting is verder dat de inflatie dit jaar oploopt naar 6,1 procent. Een dergelijk hoog percentage werd voor het laatst gemeten na de Duitse hereniging in 1990. Ook tijdens de oliecrisis in de vorige eeuw werden dit soort percentages gehaald.
Volgens de Duitse minister van Economie Robert Habeck betaalt Duitsland de prijs voor zijn steun aan Oekraïne in dit conflict. "We moeten ook bereid zijn om deze prijs te betalen", zei hij. Het land kampt volgens hem met hogere energieprijzen en daardoor een hogere inflatie, wat dus ook resulteert in een tragere groei.
Berlijn had eerder zijn hoop gevestigd op een stevig economisch herstel voor 2022 uit de coronacrisis. De Russische inval in Oekraïne heeft de vooruitzichten flink in de war geschopt. Door de oorlog zijn de problemen in de bevoorradingsketen alleen maar erger geworden. Dat zorgt onder andere voor duurdere dagelijkse levensbehoeften.
Duitsland is ook sterk afhankelijk van energie uit Rusland. Moskou dreigde ook de toevoer van gas aan Duitsland stop te zetten. Maar vooralsnog blijft Duitsland volgens Habeck verzekerd van Russisch gas.