De sterk gestegen prijzen voor voedsel hebben de inflatie in Frankrijk opnieuw aangejaagd. Vorige maand werd het leven gemiddeld 6,2 procent duurder dan een jaar eerder, becijferde het Franse statistiekbureau Insee.
Ook de prijs van diensten, alles van vakanties tot horeca, gingen harder omhoog dan in voorgaande maanden. Die zorgden ook voor een toename van de inflatie op maandbasis, al speelde daarbij mee dat de uitverkoop in januari veel spullen goedkoper maakte.
De Franse inflatie heeft inmiddels niveaus bereikt die ruim dertig jaar niet meer zijn behaald. Maar de prijzen gaan toch minder hard omhoog dan in andere Europese landen. Overheidssteun zorgt ervoor dat de prijsstijgingen van veel producten binnen de perken blijven.
Ook in Spanje werd het leven deze maand sneller duurder. De inflatie kwam daar uit op 6,1 procent op jaarbasis van 5,9 procent in januari. De stijging was onverwachts. Economen dachten dat een vertraging van de prijsstijgingen die in de zomer was ingezet door zou zetten. Temeer omdat Spanje de belasting op verschillende soorten basisvoedsel heeft verlaagd.
De kerninflatie, waar snel wisselende prijzen voor energie en voedsel niet mee worden geteld, ligt in Spanje op 7,7 procent. Nog nooit was die maatstaf zo hoog. De kerninflatie geeft goed weer hoe de prijzen van andere producten beïnvloed worden door het doorberekenen van hogere lonen, dure energie en andere gestegen prijzen.
In Nederland maakt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag een eerste schatting van de inflatie bekend. Dan komt ook het eerste cijfer over de geldontwaarding in de eurozone in februari.