De Europese Centrale Bank (ECB) neemt donderdag weer een rentebesluit. Door de oplopende inflatie in de eurozone hebben de beleidsmakers bij de centrale bank, waaronder ook president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB), waarschijnlijk veel te bepraten. Maar economen gaan er in doorsnee vanuit dat de ECB nog niet met een versnelde afbouw van steunmaatregelen zal komen.
De discussie over de hoge inflatie is inmiddels al een tijdje aan de gang. Daarbij gaat het vooral om de vraag of de hoge prijzen van tegenwoordig in bijvoorbeeld de supermarkt of aan de pomp een tijdelijk fenomeen zijn. De meeste economen houden tot nu toe vol dat de inflatie in de loop van volgend jaar weer terugzakt naar een normaal niveau van ongeveer 2 procent. Daarom zou het niet nodig zijn om in te grijpen.
Maar Knot opperde onlangs dat ook niet helemaal valt uit te sluiten dat het algehele prijsniveau een langere tijd sterk blijft stijgen. Als dat gebeurt, kan dat volgens hem een schok op de financiële markten teweegbrengen. "Vanuit gezond risicobeheer" vond hij het nodig om beleggers erop te wijzen dat ze zich ook bewust moeten zijn van "alternatieve scenario’s".
De inflatie wordt nu voor een groot deel opgedreven door de gestegen olie- en gasprijzen, die weer deels een bijeffect zijn van het economisch herstel uit de coronacrisis. Dat laatste ligt gevoelig bij de ECB omdat de centrale bank maandelijks nog steeds miljarden uittrekt om de economie van de eurozone extra steun te bieden. Daarbij liggen de rentetarieven in Frankfurt al tijden op een historisch laag niveau.
Het coronasteunpakket van de ECB loopt zeker nog, zo is vaak gezegd, tot en met maart vorig jaar maar mogelijk langer. Als Lagarde in haar toelichting op donderdag niet met meer duidelijkheid komt over de duur of eventuele vervanging van dat programma, dan lijken er nog maar een paar momenten over waarop ze dat alsnog kan doen. De volgende rentevergadering van de ECB is in december. In februari en maart zijn er ook nog rentebesluiten gepland.