ECB voedt onzekerheid op Wall Street

07 mrt 2019, 22:21 Zakelijk
ecb voedt onzekerheid op wall street
De aandelenbeurzen in New York zijn donderdag met duidelijke verliezen gesloten. Het sentiment werd gedrukt door de gematigdere vooruitzichten voor de economische groei en inflatie van de Europese Centrale Bank (ECB). Bankaandelen stonden bij de zakkers. Ook techfondsen stonden onder druk.
De leidende Dow-Jonesindex sloot 0,8 procent lager op 25.473,23 punten. De brede S&P 500 verloor 0,8 procent tot 2748,93 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq eindigde de sessie 1,1 procent lager op 7421,47 punten. De graadmeters gingen voor de vierde dag op rij omlaag.
Net als in Europa gingen bankaandelen over een breed front achteruit als gevolg van de neerwaartse bijstelling van de ECB. Grote beursgenoteerde banken als Morgan Stanley, Bank of America, JP Morgan Chase en Citigroup verloren tot 1,1 procent.
Beleggers keken verder naar de ontwikkelingen rond de Amerikaans-Chinese handelsgesprekken. President Donald Trump liet andermaal weten dat er vooruitgang wordt geboekt. Er komt een ,,goede deal'' of geen deal, zo verklaarde hij. Trump zou naar verluidt op het laatste moment nog wijzigingen in de overeenkomst willen aanbrengen. Die stap is tegen het zere been van de Chinezen.
Supermarktketen Kroger kwam met tegenvallende resultaten en verwachtingen en werd daar door beleggers hard voor afgestraft. Het bedrijf verloor bijna 10 procent van zijn beurswaarde. Kroger zit naar eigen zeggen in het eerste jaar van zijn driejarige reorganisatie en maakt daardoor meer kosten.
Ook de koersdaling bij grote techbedrijven als Microsoft, Amazon en Apple, die tot 2,6 procent aan beurswaarde verloren, vielen op. Ook Facebook (min 2 procent) deelde in de malaise. het bedrijf wil de verspreiding van onjuiste informatie over vaccinaties tegengaan.
Farmaceut Allergan eindigde de sessie 4 procent hoger ondanks negatieve testresultaten met een middel tegen depressies. Volgens kenners waren de uitkomsten van de proeven weinig verrassend.
De euro noteerde op 1,1187 dollar, tegen 1,1220 dollar bij het slot van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,6 procent tot 56,54 dollar. Brent kostte 0,2 procent meer op 66,11 dollar per vat.