Het einde aan het gros van de coronasteunmaatregelen komt bij sommige ondernemers misschien hard aan, maar de knip door loon- en vastelastensubsidies is voor de Nederlandse economie niet te vroeg gezet. Die inschatting maken economen van ING en ABN AMRO.
Vanaf vrijdag kunnen bedrijven en zelfstandigen niet langer een beroep doen op regelingen zoals de NOW-steun voor de doorbetaling van lonen of de tegemoetkoming in de vaste lasten. Hoofdeconoom Sandra Phlippen van ABN AMRO maakt uit data van de bank op dat die timing terecht is. "We zien dat de stortingen van NOW heel sterk zijn afgenomen. Er is nog maar heel weinig omzetverlies waar NOW voor bedoeld is."
Voortzetting van de steun heeft buiten crisistijd ook ongewenste effecten. "Hoe langer je doorgaat, hoe minder nuttig het wordt. En als je toch doorgaat met steunen, gaat dat eigenlijk naar bedrijven die eigenlijk toch failliet zouden zijn gegaan zonder coronacrisis", legt Marcel Klok, senior econoom van ING uit. "Die bedrijven houden dan ook nog mensen in dienst die elders hard nodig zijn."
Klok verwacht dat de Nederlandse economie dit kwartaal weer op het niveau van voor corona komt. Maar hij benadrukt tegelijkertijd dat sommige bedrijven nog altijd last hebben van de na-ijleffecten van de pandemie. "Op Schiphol wordt nog relatief weinig gevlogen. Dus een lokale winkel verkoopt daar waarschijnlijk minder dan voorheen."
Tot 1 oktober bood de Belastingdienst getroffen ondernemers uitstel van betaling aan, waardoor er nu nog ruim 19 miljard euro aan achterstallige belasting betaald moet worden. Ook die steun stopt. De vrees bestond dat die belastingschuld te groot zou worden, waarbij het risico van een domino-effect van faillissementen opspeelt. "Maar dat gevaar is eigenlijk heel beperkt", denkt Phlippen.
Beide economen zijn het erover eens dat het ongekende maatregelenpakket ergere klappen voor de arbeidsmarkt en bedrijfsleven hebben voorkomen. Toch is er een kritiekpunt. De steun voor werkenden hielp volgens Phlippen vooral degenen die toch al vrij veel bestaanszekerheid hadden. Kwetsbaardere groepen, zoals flexkrachten, zzp'ers of mensen met wisselende uren, genoten minder bescherming.
"Zo'n 200.000 Nederlanders hadden een negatieve inkomensschok. Dat is disproportioneel vaak gebeurd bij mensen die al een onzekere positie hadden", zegt ze. "We hebben al een gepolariseerde samenleving van mensen met een vast contract en mensen met een heel onzekere positie. Dat is alleen maar toegenomen."