De Nederlandse economie is in het eerste kwartaal als gevolg van de coronacrisis met het snelste tempo gekrompen sinds het dieptepunt van de financiële crisis in 2009. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Met name door de gedwongen sluitingen van cafés, restaurants en andere horecagelegenheden in maart werd het bruto binnenlands product (bbp) 1,7 procent kleiner vergeleken met de voorgaande periode. "In maart kreeg de economie door het virus een frontale botsing", vat hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS de situatie samen. De enige keer dat de economie in een kwartaal harder achteruitging, was in de eerste drie maanden van 2009, toen sprake was van 3,6 procent krimp. Dat was destijds de grootste kwartaalkrimp ooit gemeten door het CBS, die in de jaren '90 begon met de groeistatistieken.
Met de krimp komt een einde aan een periode van economische groei die 23 kwartalen op rij duurde. Op jaarbasis kromp de Nederlandse economie met 0,5 procent.
Een plotselinge afname in bestedingen door huishoudens was volgens de hoofdeconoom de hoofdoorzaak voor de krimp. In maart daalde de consumptie met 6,7 procent vergeleken met een jaar eerder. Dat is de grootste afname sinds de Tweede Wereldoorlog, aldus Van Mulligen.
In het hele kwartaal besteedden consumenten 2,7 procent minder dan in de drie maanden daarvoor. Dat betekende de grootste neergang sinds het begin van de reeks in 1987. Met name de uitgaven aan horeca, recreatie en cultuur gingen hard omlaag. Aan voedingsmiddelen werd meer uitgegeven.
Ook de overheid gaf vorig kwartaal minder uit. Daarnaast zakten de investeringen weg. Met name investeringen in vervoersmiddelen zoals personenauto's en vrachtwagens daalden. In infrastructuur, bedrijfsgebouwen en machines werd wel meer geïnvesteerd vergeleken met een jaar terug. De uitvoer van goederen en diensten daalde met 3 procent op kwartaalbasis.
De krimp was niet gelijk verdeeld over economische sectoren. De bedrijfstak waar kappers en sportscholen onder vallen, kromp het sterkst. Horecabedrijven verloren in maart ongeveer de helft van hun omzet. Verder was de krimp in de zorgsector uitzonderlijk, aldus het statistiekbureau. "Dat klinkt vreemd als je aan de overbelaste ic's denkt, maar dit gaat over de andere zorg die uitgesteld is", aldus Van Mulligen.
De vooruitzichten voor het lopende kwartaal zien er niet best uit, aldus de hoofdeconoom. "Als we in het eerste kwartaal met maar twee weken van de maatregelen zo hard krimpen, dan wil je niet denken wat er gebeurt met zes weken van de lockdown." Daarbij komt volgens hem dat hoe langer de crisis duurt, hoe "chronischer" de economische schade wordt. "Bij massale ontslagen, faillissementen komt er een kettingreactie. Mensen stoppen dan met uitgeven niet omdat alles gesloten is maar omdat ze geen inkomen hebben."