Het inflatiecijfer dat statistiekbureau CBS donderdag heeft gepubliceerd, klopt niet met wat mensen voelen. Dit zegt econoom Hugo Erken van RaboResearch. "Het is een schijnwerkelijkheid."
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) kwam donderdag met voorlopige cijfers over de inflatie in augustus. Het tempo waarmee de prijzen in Nederland stijgen, is volgens het statistiekbureau afgenomen en kwam deze maand uit op 3 procent. In juli waren de prijzen nog gestegen met 4,6 procent vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. De Rabobank heeft berekend dat de inflatie deze maand in werkelijkheid 9,7 procent is vergeleken met dezelfde maand vorig jaar.
Het hogere cijfer van de bank heeft te maken met de veranderde rekenmethode die het CBS sinds kort gebruikt voor het berekenen van de inflatie, aldus de econoom. Voorheen pakte het CBS de tarieven van nieuwe energiecontracten voor het berekenen van de inflatie. Maar dat kon een vertekenend beeld geven omdat niemand elke maand een nieuw energiecontract afsluit. Het statistiekbureau gebruikt nu ook de tarieven van langer lopende contracten, maar past oude inflatiecijfers niet aan op de nieuwe methode.
De Rabobank vergelijkt de inflatie wel met de nieuwe methode en kwam uit op 9,7 procent. In september verwacht de bank een iets lagere inflatie van 9,2 procent.
Onder meer de voedselprijzen zijn deze maand weer gestegen en dat zorgt er volgens Erken voor dat huishoudens met een laag inkomen nog kwetsbaarder worden. "Zij zijn een groter deel van hun inkomen kwijt aan voedsel en energie. De koopkracht van mensen met een laag inkomen wordt sneller uitgehold."
Ook directeur Arjan Vliegenthart van budgetinstituut Nibud ziet het gedaalde inflatiecijfer van het CBS niet als een verlichting voor mensen met een laag inkomen. "Het is fijn dat het leven minder snel duurder wordt, maar de stijgingen van vorig jaar worden niet ongedaan gemaakt", zegt hij. "De armoede neemt toe en de koopkracht gaat achteruit als er geen nieuw beleid komt", aldus Vliegenthart.
Hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS zegt in een reactie dat onderzoeksmethoden constant worden verbeterd en oude cijfers niet aangepast kunnen worden. "Dan kan je dat bij alle statistieken doen, maar dan blijf je bezig", zegt hij. Veel mensen hebben volgens hem meer zekerheid als oude cijfers niet aangepast worden. Inflatiecijfers vormen vaak de basis van bijvoorbeeld loonafspraken.