Luchtvaartgroep IAG, het moederconcern van British Airways, heeft in het tweede kwartaal voor het eerst sinds de uitbraak van de coronapandemie weer winst geboekt. Het bedrijf, dat ook eigenaar is van Iberia, Vueling en Aer Lingus, profiteert van het sterke herstel van de luchtvaart na de coronacrisis en verwacht ook over het hele jaar weer winst te kunnen boeken.
IAG behaalde afgelopen kwartaal een bedrijfswinst van 287 miljoen euro en verwacht dat de winst in het huidige kwartaal verder zal groeien. In dezelfde periode een jaar geleden werd nog een operationeel verlies geleden van 967 miljoen euro.
Het concern moest zijn plannen om de capaciteit dit jaar te vergroten wel terugschroeven vanwege personeelstekorten op de Londense luchthaven Heathrow. IAG had gehoopt dit jaar op 85 procent van zijn capaciteit van voor de pandemie te kunnen vliegen. Door de personeelsproblemen op Heathrow verwacht IAG dat de capaciteit in de zomer nu op 80 procent van 2019 zal liggen en op 85 procent in het vierde kwartaal.
British Airways schrapte 13 procent van zijn vluchtschema voor de periode van april tot oktober vanwege de personeelstekorten. Door de hogere ticketprijzen als gevolg van de sterke inhaalvraag na de coronapandemie en de beperkte capaciteit weet de luchtvaartmaatschappij de gederfde inkomsten van de geschrapte vluchten deels te compenseren.