Leden van de miljardairsfamilie Sackler hebben een schikking getroffen met een aantal Amerikaanse staten. De eigenaars van pijnstillerfabrikant Purdue Pharma betalen acht staten en het District of Columbia in totaal 6 miljard dollar (5,4 miljard euro) voor hun rol in de zogeheten opiatencrisis. Purdue verkocht jarenlang op grote schaal de pijnstiller OxyContin, die veel gelijkenissen vertoont met heroïne.
Als onderdeel van de deal zal Purdue bijna al zijn activa overdragen aan de staten, steden en provincies die de medicijnmaker aanklagen vanwege het verkopen van de pijnstiller OxyContin. Er zullen ook miljarden dollars worden verstrekt om anti-verslavingsprogramma's te bekostigen.
Een faillissementsrechter besloot vorig jaar al dat het bedrijf in stukken zou worden verdeeld en schuldeisers gingen akkoord met dat plan. Het bedrijf zou toen 4,5 miljard dollar aan schadevergoedingen betalen. Maar openbaar aanklagers uit verschillende staten waren het daar niet mee eens en een Amerikaanse rechter zette vervolgens eind vorig jaar een streep door dat plan.
Met die staten heeft de familie Sackler nu een nieuwe schikking getroffen. De tak van het Amerikaanse ministerie van Justitie dat faillissementen controleert, verzette zich ook tegen de eerdere deal. Die instantie maakt geen deel uit van de nieuwe schikking. Dat kan nog steeds leiden tot een rechtszaak.
Een enorme hoeveelheid Amerikanen is verslaafd aan een vorm van pijnstilling en dat wordt ook wel de opiatencrisis genoemd. Volgens de Amerikaanse gezondheidsdienst CDC, een soort RIVM, zijn sinds 1999 in de Verenigde Staten ongeveer een half miljoen mensen overleden aan een overdosis opiaten. Purdue Pharma wordt verweten OxyContin via agressieve marketingpraktijken te hebben aangeprezen, terwijl het de risico's rond verslavingsgevoeligheid en op overdoses verzweeg.