De Britse maakindustrie is over het algemeen positief gestemd over de kansen voor dit jaar. Wel blijven fabrikanten bevreesd voor nieuwe brexitperikelen, een jaar nadat de Britten de interne Europese markt verlieten. Dat komt naar voren in een enquête die brancheorganisatie Make UK samen met accountantsorganisatie PwC hield onder honderden Britse bedrijven. Make UK vertegenwoordigt zo'n 20.000 Britse fabrikanten.
De enquête stelt onder meer dat fabrikanten aan het begin van dit jaar in doorsnee positiever zijn over de groeivooruitzichten. Dan gaat het niet alleen om de verwachting voor het eigen bedrijf, maar ook om de algehele situatie in de Britse economie en daarbuiten. Bijna driekwart van de respondenten verwacht dat de omstandigheden in de verwerkende industrie dit jaar zullen verbeteren, ondanks het feit dat de omikronvariant van het coronavirus van invloed is op een deel van de productie.
Twee derde van de ondervraagden stelt dat Groot-Brittannië een "concurrerende vestigingsplaats" moet blijven voor de verwerkende industrie. Eenzelfde percentage verklaarde ook dat het vertrek uit de EU hun bedrijf heeft geschaad. Een meerderheid van de bedrijven denkt dat er dit jaar meer "brexit-ellende" zal volgen door onder andere strengere douaneregels. Daarbij kampt de Britse maakindustrie, net als die in andere landen wereldwijd, met aanhoudende problemen met transport en met tekorten aan onderdelen en materialen. Ook prijsstijgingen zitten de sector dwars.
De handel werd ook beïnvloed door de nieuwe beperkingen die de Britten hebben opgelegd om verdere verspreiding van het coronavirus in te dammen. Make UK bagatelliseerde de gevolgen daarvan voor de verwerkende industrie. "De meeste fabrikanten hebben de storm van de afgelopen paar jaar goed doorstaan," aldus de organisatie. "Tot nu toe lijkt de sector weinig of geen hinder te hebben ondervonden van omikron om het vertrouwen te schaden."