Bedrijven die wegens de oorlog in Oekraïne de grenzen van de Europese concurrentieregels opzoeken, kunnen rekenen op coulance. Als de oorlog het bijvoorbeeld nodig maakt dat bedrijven samenwerken, krijgen ze die ruimte, verzekeren de Europese Commissie en de nationale toezichthouders.
De toezichthouders beseffen dat de oorlog en de sancties tegen Rusland en bondgenoot Belarus aanvoerketens en bedrijfsvoering kunnen verstoren, laten ze weten. Bedrijven kunnen zich daardoor bijvoorbeeld genoodzaakt zien samen op te trekken om nog aan schaarse grondstoffen en goederen te komen. Of om afspraken te maken om de weerslag van de strafmaatregelen op het Europese bedrijfsleven te verlichten.
Zulke samenwerking tast in veel gevallen de werking van de vrije markt niet aan, vinden de marktmeesters. En als dat toch gebeurt, wegen de voordelen juist op tegen de nadelen. Daarom zullen ze "niet actief ingrijpen tegen strikt noodzakelijke en tijdelijke initiatieven die specifiek zijn gericht op het vermijden van de ernstige marktverstoringen die de oorlog en de sancties aanrichten".
Bedrijven die hun kans schoon zien om nu een kartel te vormen of hun marktmacht te misbruiken komen evenwel nog altijd van een koude kermis thuis, waarschuwen de toezichthouders. Ze zullen in zulke gevallen "niet aarzelen actie te ondernemen".